Rechters fluiten steeds vaker werkgevers terug die gebruik maken van constructies om de rechten van flexwerkers te beperken. Dit constateerde dagblad Trouw onlangs naar aanleiding van een reeks rechterlijke uitspraken op dit vlak. Kees Wallis, kantonrechter bij rechtbank Zeeland-West-Brabant, herkent deze trend: "De samenleving heeft meer aandacht voor de uitwassen van bepaalde constructies. Daardoor brengen advocaten en andere partijen deze kwesties vaker onder de aandacht van de rechter."
Rechters stellen vaker werknemers in het gelijk die meer rechten eisen. Is het een trend dat er strenger geoordeeld wordt over payroll-bedrijven en andere omstreden constructies?
Wallis: "Rechters hebben de afgelopen tijd inderdaad een aantal baanbrekende uitspraken gedaan. (Zoals de Hoge Raad die werknemers van Heineken in het gelijk stelde die zich benadeeld voelden omdat zij in een aparte bv waren ondergebracht – red). In het arbeidsrecht is het van oudsher belangrijk dat de rechten van werknemers beschermd worden: dit als compensatie voor de natuurlijke ongelijkheid tussen werkgever en werknemer. Maar het is wel zo dat deze bescherming door de rechter in bepaalde periodes sterker gevoed wordt door de betrokken partijen. Dat heeft ook te maken met de economische crisis. Er is een groot aanbod van arbeid zodat de positie van werknemers zwakker is."
Wie zetten rechters op dit spoor?
"Advocaten en andere betrokken partijen brengen dit soort constructies vaker onder de aandacht van de rechter. Dat is een gevolg van de toenemende aandacht voor de uitwassen van flexwerk in de maatschappij en de politiek. Als niemand van die kwesties een punt maakt, is het voor de rechter moeilijker om er werk van te maken. De afgelopen tijd wordt het vaker actief aangedragen, zodat het op het bordje van de rechter terecht komt."
Kantonrechter Kees Wallis
Heeft u zelf onlangs zo'n zaak behandeld?
"Ja. Het ging om een man die werk verrichtte voor een koeriersbedrijf. Onduidelijk was, of hij per kilometer of per uur werd betaald. Maar er stond niks op papier. Na een conflict over zijn beloning kreeg hij geen opdrachten meer en stopten de betalingen. Hij kreeg ook geen uitkering, omdat er geen bewijs van een arbeidsovereenkomst was. Ik heb geoordeeld dat er sprake was van zo'n overeenkomst. Er was sprake van een gezagsverhouding tussen hem en zijn opdrachtgever. Tegelijk was er geen sprake van facturen en BTW zoals gebruikelijk bij een freelance contract. Gevolg van mijn uitspraak in kort geding is, dat de CAO-bepalingen op de koerier van toepassing worden en dat hem ontslagbescherming toekomt."
Geven rechters nu een voorzet voor nieuw kabinetsbeleid en nieuwe wetgeving?
"Dat zou goed kunnen. Er is bij dit soort maatschappelijke issues vaak een wisselwerking tussen samenleving, rechterlijke macht en wetgeving. We spelen een soort haasje-over. De kans is groot dat de wetgever deze uitspraken gaat oppikken. Dat is ook gebeurd bij een vergelijkbare kwestie: het stapelen van uitzendcontracten en het afwisselen van uitzendcontracten met jaarcontracten. De zogeheten ‘draaideur'-constructie. Daar is na een aantal rechterlijke uitspraken een stokje voor gestoken door het invoeren van de Wet flexibiliteit en zekerheid in 1999. Het wordt spannend hoe later dit jaar hogere rechters van het gerechtshof en de Hoge Raad gaan oordelen in een aantal payroll-zaken. Zij zullen daar met een scherp juridisch oog naar kijken."
Het lijkt alsof de werkgevers aan de verliezende hand zijn. Is het mogelijk dat rechters en politici nog in hun voordeel gaan beslissen?
"Ja, dat is mogelijk. Zowel in de rechtszaal als via wetgeving. Wetgeving kan voortborduren op rechterlijke uitspraken, maar kan er ook van af wijken. En natuurlijk kan de rechter in individuele zaken in het voordeel van de werkgever beslissen. Het kan namelijk heel verstandig zijn om terughoudend te zijn met het al te snel in het gelijk stellen van de werknemer vanuit de beschermingsgedachte. In de zaak met de koerier bijvoorbeeld heeft mijn uitspraak mogelijk ook gevolgen voor tien anderen, die op dezelfde basis bij dat bedrijf werken. Als die allemaal hun recht gaan halen, kan het bedrijf in grote problemen komen. Ik heb geoordeeld, dat het hier om een arbeidsovereenkomst gaat. Maar het blijft een oordeel in kort geding. Het zou best kunnen dat het gerechtshof of later de Hoge Raad anders oordelen."
Bron: de Rechtspraak
2