Restschulden vormen probleem voor woningmarkt
Door de prijsdalingen op de huizenmarkt zijn er steeds meer huizen waarvan de waarde lager is dan de eigenwoningschuld. Wordt een woning verkocht dan is de verkoopopbrengst niet voldoende om de eigenwoningschuld en de verkoopkosten te dekken. Er blijft dan een schuld over: de restschuld. Restschulden belemmeren op dit moment de doorstroming in de woningmarkt. Om deze doorstroom te bevorderen is in het Regeerakkoord besloten om een regeling te treffen voor deze restschulden. Nu horen deze schulden nog tot de rendementsgrondslag van box 3 en is de rente in box 1 niet aftrekbaar. De rente op nieuwe restschulden in 2013 is door een tijdelijke maatregel straks vijf jaar lang wel aftrekbaar.
Een voorstel voor deze tijdelijke maatregel is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd. Een snelle actie van de nieuwe minister Stef Blok voor Wonen en Rijksdienst in samenwerking met staatssecretaris Weekers van Financiën. Laatstgenoemde kondigde in de eveneens vandaag verschenen nota nav het nader verslag bij het Belastingplan 2013 aan dat er nog overleg plaatsvond over de vormgeving van de tijdelijke maatregel.
Dat overleg heeft schijnbaar snel plaatsgevonden want het voorstel ligt nu bij de Tweede Kamer. Op die manier kan deze nog worden meegenomen in de verdere behandeling van het Belastingpakket 2013.
Tijdelijke maatregel
De maatregel geldt voor restschulden die zijn ontstaan in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017. Aan de aftrekbaarheid van de rente en kosten voor de geldlening wordt niet de voorwaarde gesteld dat deze wordt afgelost. Maar na 5 jaar zijn de rente en kosten niet meer aftrekbaar. De regeling staat ook open voor huiseigenaren die na verkoop bijvoorbeeld gaan huren. Het is geen voorwaarde dat na de verkoop van de eigen woning een nieuwe woning wordt gekocht.
Bron: Redactie TaxLive