Het kabinet ziet af van het '1 maart pakket', in het ontslagrecht verdwijnt de keuze tussen kantonrechter en UWV en op het terrein van de pensioenen krijgen de sociale partners ruim een maand de tijd om alternatieven te bedenken voor de beperkingen van het Witteveenkader waartoe het kabinet eerder had besloten. Dat zijn de 'fiscale' hoofdpunten van het sociaal akkoord dat kabinet en sociale partners donderdag hebben gesloten.

In de Kamerbrief over de resultaten van het overleg schrijf minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) dat "na overleg met sociale partners" besloten is dat het kabinet afziet van het pakket aan extra bezuinigingen dat 1 maart jl. werd bekendgemaakt. "Mogelijk trekt de economie later dit jaar aan", zo wordt dat besluit onder meer gemotiveerd. Extra bezuinigingen zijn niet definitief van de baan: als de komende MEV-raming van het Centraal Planbureau daar aanleiding toe geeft, worden er 'aanvullende maatregelen' genomen.

Het '1 maart pakket' hield in een nullijn voor ambtenaren en de zorgsector (2 miljard euro), het achterwege laten van indexatie van belastingschijven en heffingskortingen in de inkomstenbelasting (1,1 miljard euro), het schrappen van 600 miljoen aan lastenverlichting voor het bedrijfsleven en een verlenging van de 'eenmalige' crisisheffing op hoge lonen, die 500 miljoen euro moet opbrengen.

Ontslagrecht

In het ontslagrecht hebben kabinet en sociale partners concrete afspraken gemaakt, maar ze zullen pas in 2016 ingaan, net zoals hervormingen in de WW. Met het uitstel van deze maatregelen zegt het kabinet zekerheid te willen geven, in het bijzonder rond inkomenszekerheid. "Zekerheid kan het vertrouwen doen toenemen." Dat is belangrijk, want: "Economische groei blijft uit door gebrek aan vertrouwen."

In het voorstel voor de hervorming van het ontslagrecht vervalt de mogelijkheid te kiezen tussen de kantonrechter en UWV. Voor bedrijfseconomisch ontslag en wegens langdurige arbeidsongeschiktheid loopt de procedure via UWV; voor (andere) in de persoon gelegen redenen en bij een verstoorde arbeidsverhouding is de kantonrechter de aangewezen route. Zowel werkgever als werknemer kunnen tegen de beslissing van UWV in beroep gaan bij de rechter. Stemt een werknemer schriftelijk in met zijn ontslag, dan is helemaal geen 'route' nodig. De werknemer krijgt daarbij twee weken bedenktijd.

Een transitievergoeding vervangt de 'vaste' ontslagvergoeding. Die bedraagt eenderde maandsalaris per dienstjaar. Was een werknemer langer dan tien jaar in dienst, dan geldt voor de meerdere jaren een half maandloon per dienstjaar, met een totaal maximum van 75.000 euro, of een jaarsalaris, mocht dat hoger zijn. De rechter kan bij ernstige verwijtbaarheid van de werkgever een aanvullende vergoeding toekennen. Daar wordt geen maximum aan verbonden. Bij ernstige verwijtbaarheid van de werknemer vervalt de transitievergoeding.

Pensioenen

De sociale partners zijn nog steeds ontevreden met de plannen van het kabinet om de fiscale facilitering van pensioenopbouw te beperken. Het maximale opbouwpercentage zou in 2015 met 0,4 procent worden verlaagd en de premieaftrek voor inkomens boven de 100.000 euro zou worden afgeschaft. Volgens vakbonden en werkgeversorganisaties ondermijnen deze aanpassingen van het Witteveenkader het vertrouwen in het pensioenstelsel.

Het kabinet komt de sociale partners in zoverre tegemoet dat zij tot eind mei de tijd hebben gekregen om alternatieven op tafel te leggen. Medewerkers van de ministeries van Financiën en SZW zullen ook deelnemen in de werkgroep die hiervoor wordt opgericht. Het financiële kader voor de nieuw te ontwikkelen plannen is iets minder strikt dan voorheen: het kabinet stelt dat een alternatief 250 miljoen euro minder hoeft te besparen dan de huidige plannen.

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Sociale zekerheid algemeen

0

Gerelateerde artikelen