Op donderdag 14 februari 2019 organiseerde het Ministerie van Financiën een startbijeenkomst over de toekomstige concernregeling, de opvolger van de huidige fiscale-eenheidsregeling. Meerdere partijen waren hiervoor uitgenodigd, waaronder de SRA, het RB, de NOB en prof. dr. J.L. van de Streek van de Universiteit van Amsterdam. Met de input van de deelnemers van deze startbijeenkomst zal het ministerie werken aan een conceptwetsvoorstel. De beoogde inwerkingtreding van een nieuwe concernregeling is 2022. Hierna volgt een kort verslag van de input. (in de update is de reactie van de NOB toegevoegd)
SRA
SRA vindt het noodzakelijk dat binnen een concern verliezen kunnen worden verrekend met winsten van andere concernonderdelen. Meestal denkt men daarbij aan de toerekening van een verlies aan een winstgevend concernonderdeel. Zo'n verliesoverdrachtsregeling leidt ertoe dat definitieve verliezen van buitenlandse dochtermaatschappijen uiteindelijk in Nederland in aftrek moeten worden gebracht. Dat volgt uit EU-jurisprudentie. SRA acht dit verliesimport onwenselijk.
Als alternatief bepleit SRA de mogelijkheid om als sprake is van winst bij een concernonderdeel, een deel van die winst in de aangifte toe te rekenen aan een verliesgevende fiscale dochter. Dat kan in de optiek van SRA alleen als sprake is van tenminste 95%-verbondenheid. Een ander voorstel van SRA is om toch een geruisloze reorganisatiefaciliteit te behouden. De voorwaarden daarvan kunnen ontleend worden aan die uit de overdrachtsbelasting.
RB
Het RB vindt dat allereerst onderzocht dient te worden of het mogelijk is om de consolidatiegedachte van het huidige fiscale-eenheidsregime te handhaven. Wellicht is dat mogelijk met de nodige aanpassingen. Als blijkt dat het huidige fiscale-eenheidsregime niet te handhaven is, dient dit regime te worden vervangen door een nieuw concernregime, dat zoveel mogelijk de belangrijke voordelen uit het huidige regime bevat. Hierbij is belangrijk dat het nieuwe regime niet alleen de mogelijkheid biedt van horizontale verliesverrekening binnen concern, maar ook de mogelijkheid dat winstneming op transacties binnen concern achterwege blijft (onder bepaalde voorwaarden).
Prof. dr. J.L. van de Streek
Volgens Van de Streek, die zijn opvatting over de fiscale eenheid al eerder had geventileerd in de Telegraaf, verdient het aanbeveling om de nieuwe concernregeling te beperken tot de mogelijkheid om binnen een groep van vennootschappen verliezen over te dragen. Grensoverschrijdende consolidatie is volgens Van de Streek een veelbelovende stip aan de horizon en is opgenomen in het voorstel van de Europese Commissie voor een geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB). Indien dit voorstel realiteit wordt, zijn grensoverschrijdende transacties in het Europese deel van een concern niet langer belast en is grensoverschrijdende verliesverrekening mogelijk. Totdat de CCCTB het licht ziet, kan Nederland het beste volstaan met een concernregeling die de overdracht van verliezen mogelijk maakt, aldus Van de Streek.
NOB
Naar de mening van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs is het hebben van een concernregeling belangrijk binnen het kader van de vennootschapsbelasting. Volgens de Orde moet het neutraliteitsbeginsel het uitgangspunt van een concernregeling zijn. Verder is belangrijk: oog voor uitvoerbaarheid voor ondernemingen en Belastingdienst, ondernemingsklimaat, budgettaire aspecten en de EU-rechtelijke aanvaardbaarheid. De Orde merkt op dat de keuze voor een regime dat dicht bij het huidige regime blijft, als voordeel heeft dat met het huidige regime al tientallen jaren ervaring is opgedaan door bedrijfsleven en Belastingdienst. Vanuit uitvoerbaarheidsperspectief is dat een zeer belangrijk voordeel. Dat er een concernregeling moet blijven, staat voor de Orde buiten kijf. De Orde bespreekt drie varianten in de position paper.
Bron: Redactie TaxLive