Als iemand de afgelopen jaren stelselmatig de uitholling van de fiscale rechtsstatelijkheid tegen wilde gaan dan is het wel emeritus hoogleraar fiscale economie Leo Stevens. Talloze waarschuwende publicaties van zijn hand hebben de toeslagenaffaire helaas niet kunnen voorkomen. Hij doet opnieuw een poging om een basis te leggen voor een deugdelijk en rechtvaardig belastingstelsel in een artikel voor het Weekblad fiscaal recht (WFR).
De hoogleraar 'in ruste' is een van de weinige fiscalisten die zich intensief met een niet-fiscaal technisch onderwerp als de toeslagen heeft bezig gehouden. Zo zag hij de invoering van de Awir, de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, in 2006 als een duidelijke verbetering ten opzichte van de eerder bestaande lappendeken van afzonderlijke inkomensondersteunende regelingen. "De transparantie van het inkomensbeleid is met de Awir alleen maar groter geworden", stel de auteur vast.
Dat neemt niet weg dat diezelfde Awir een aandeel had in de hardvochtige behandeling van de gedupeerden in de toeslagenaffaire. Medio vorig jaar is de wet op een fors aantal punten gematigd. De Awir biedt nu ruimte voor een verzachting van de hardheden, een uitbreiding van de hardheidsclausule, invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling. Ook in deze verbeteringen heeft Stevens indirect een aandeel gehad via diverse publicaties. "Door onder meer de afwezigheid van een hardheidsclausule ontbrak het aan de noodzakelijke beginselen van behoorlijk bestuur, met name het evenredigheidsbeginsel", zo constateert de auteur in zijn artikel Was het onrecht rond de toeslagen wel zo ongekend?.
Machtsconcentratie
De opvattingen van de auteur over de afbrokkelende rechtsstatelijkheid en de steeds verdergaande uitholling van de rechtsbescherming beslaat het grootste deel van zijn artikel. Hij signaleert dat de dienstleiding te weinig affiniteit heeft met de werkvloer en te nadrukkelijk aanstuurt op de doelmatigheid in de werkprocessen. De uitvoeringsambtenaar krijgt te weinig professionele ruimte om de menselijke maat te respecteren. Overigens wordt die veelal ook ingeperkt door te strenge regelgeving.
Het organiseren van onafhankelijk toezicht op het rechtsstatelijk functioneren van de Belastingdienst als tegenwicht tegen de machtsconcentratie bij de ambtelijke top van vitale diensten binnen de overheid ziet Stevens als een waardevolle rechtsstatelijke versterking. Een citaat uit zijn artikel:
"Soms is nodig dat de Belastingdienst, die deel uitmaakt van de zwaardmacht van de overheid, voor een adequate vervulling van zijn handhavingsfunctie beschikt over een afgeschermde beleidsruimte. In dat kader kan het ter wille van de noodzakelijke bescherming van de rechtsstaat nodig zijn te werken met blockchaingestuurde risicoanalyses en geavanceerde controle- en opsporingsstrategieën."
De vrees van de oud-hoogleraar dat een niet onafhankelijk getoetste vooringenomen verdenking van frauduleus gedrag kan leiden tot rampzalige gevolgen is helaas uitgekomen in de toeslagenaffaire. "Het is uitermate belangrijk dat de geest van de rechtsstaat wordt gerespecteerd als de druk toeneemt om vooral te letten op de efficiency van de bedrijfsprocessen. Die druk leidt tot een ongewenste werkwijze bij de Belastingdienst, zo heeft ook de toeslagenaffaire mij geleerd", schrijft Stevens.
Onvoldoende expertise
Een ander opvallende constatering in het WFR is dat de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag geen aanbevelingen heeft gedaan omtrent de verbetering van de informatieverstrekking bij de Belastingdienst, terwijl dit in de fiscaliteit toch een belangrijk thema is.
Ook merkt Stevens op dat er al lang wordt geklaagd over de omstandigheid dat de Kamerleden over onvoldoende fiscale expertise beschikken om een adequate bijdrage te kunnen geven aan wet- en regelgeving en om daadwerkelijke controle te kunnen uitoefenen op de uitvoering. Zij moeten in dat verband betere ondersteuning krijgen.
Aanbevelingen
In zijn zoektocht naar de oorzaken van de uitholling van de rechtsstatelijkheid in de belastingheffing komt Stevens in het WFR tot een aantal belangrijke aanbevelingen:
- De bij de wetgeving betrokken actoren moeten afstand nemen van (partij)politieke profileringsbelangen en zich inzetten om een geloofwaardig belastingstelsel te creëren. Daarin staat eerlijke, efficiënte, effectieve en eenvoudige wetgeving centraal. De afwikkeling van het Belastingplan 2021 leert overigens dat van de mooie voornemens om te komen tot uitvoerbare wetten en dat regels worden afgestemd op de menselijke maat, niets terecht komt.
- De toeslagaffaire heeft geleerd dat de Tweede Kamer de hand ook in eigen boezem moet steken, omdat zij - ondanks waarschuwingen - heeft meegewerkt aan hardvochtige wetgeving. De vermogenstoets is een schrijnend voorbeeld. De rechtsstatelijkheid moet ook in de uitvoering de bepalende factor zijn.
- De Belastingdienst moet zijn heffingstaken op stelselniveau rechtmatig en doelmatig kunnen verrichten. Zijn medewerkers moeten de professionele ruimte krijgen om op persoonsniveau de wet te transformeren in recht.
- Ten slotte is het van belang dat de rechterlijke macht in het gezamenlijk verband van de trias politica de rechtsbescherming van de burger blijft bewaken door de machtsuitoefening van de staat consequent te toetsen aan de beginselen van de rechtsstaat. Het is gewenst te streven naar één hoogste rechter op bestuursrechtelijk terrein.
Gratis download
Uitgever en redactie van het Weekblad fiscaal recht stellen het artikel van Leo Stevens met de titel Was het onrecht rond de toeslagen wel zo ongekend? ter beschikking als gratis download:
-------------------------------------------
Het is mogelijk om WFR via een proefabonnement een maand lang gratis in te zien. De proefabonnee krijgt dan online toegang tot alle andere afleveringen.
Bron: Gé Konings
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel