Het cassatieberoep is niet-ontvankelijk omdat er geen verklaring van erfrecht (VVE) is overlegd. Omdat de gemachtigde aangeeft dat de erfgenamen de kosten van een VVE niet kunnen betalen, wijst de Hoge Raad erop dat een tegemoetkoming in de kosten mogelijk is.
De zaak (2 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1531) verloopt als volgt. B is door de erfgenamen van A gemachtigd om mede namens hen op te treden is een gerechtelijke procedure. B stelt beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. De griffier van de Hoge Raad heeft B daarop verzocht om binnen vier weken onder meer een verklaring van erfrecht te overleggen, of – in het geval een executeur-testamentair is aangesteld – een verklaring van de executeur-testamentair waaruit blijkt wat de wens is van alle erfgenamen ten aanzien van de onderhavige procedure.
B heeft ondertekende machtigingen van de mede-erfgenamen overgelegd. Ook zijn daarbij de overlijdensaankondiging van erflater en een kopie van een trouwboekje overlegd. De Hoge Raad maakt uit de stukken van het geding op dat een verklaring van erfrecht niet is overgelegd in verband met de daaraan verbonden kosten.
Volgens de Hoge Raad is het cassatieberoep niet-ontvankelijk omdat met hetgeen wel is overlegd niet worden vastgesteld dat B namens alle erfgenamen van erflater optreedt. Daarbij merkt de Hoge Raad op dat aan personen wier financiële draagkracht de in artikel 34 van de Wet op de rechtsbijstand genoemde bedragen niet overschrijdt, een tegemoetkoming kan worden gegeven voor de kosten van (onder meer) een verklaring van erfrecht (artikel 56, lid 2, letter c, Wet op het notarisambt).
Belang voor de praktijk
Een VVE kost al snel een paar honderd euro. De hoogte is afhankelijk van de vraag hoeveel werk de notaris eraan heeft. Ook is btw verschuldigd. Goed dat de Hoge Raad wijst op de bestaande regeling van tegemoetkoming in de kosten. In dit kader wordt regelmatig de vraag gesteld of de kosten van een VVE aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting. En dan met name als het tegoed op een lijfrenterekening vererft.
Deze vraag is voorgelegd aan de Kennisgroep Verzekeringsproducten en Assurantiebelasting van de Belastingdienst. Het antwoord luidt als volgt:
“Als de VVE uitsluitend ziet op de verkrijging van het tegoed op de lijfrente, zijn de kosten voor de erfgenaam aftrekbaar op grond van artikel 3.108 Wet IB 2001. Is daarbij sprake van meerdere erfgenamen? Dan kan iedere erfgenaam zijn/haar aandeel in de kosten voor de VVE aftrekken. Zijn er twee erfgenamen, waarbij ieder de helft van de lijfrente verkrijgt? Dan kan ieder 50% van de kosten voor de VVE aftrekken, mits de VVE uitsluitend ziet op de verkrijging van het tegoed op de lijfrente.”
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Erfrecht