Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft de Tweede Kamer vandaag per brief geïnformeerd over het vernieuwingsprogramma van de rechtspraak. De minister is het eens met de doelstelling van de Raad voor de rechtspraak om zich de komende jaren te richten op ‘voortvarende, digitaal toegankelijke en minder formele rechtspraak, zodat een conflict snel en effectief kan worden beslecht'.

Er kan niet meer worden volstaan met de geleidelijke vernieuwing die tot nu toe plaatsvindt, vinden minister en Rechtspraak. Beide partijen trekken dan ook gezamenlijk op om ervoor te zorgen dat mensen in de toekomst rechtszaken kunnen aanspannen en volgen via hun computer. De minister is verantwoordelijk voor de benodigde wetswijzigingen (met name in het burgerlijk procesrecht en het bestuursprocesrecht), de Rechtspraak richt zich op procesinnovatie en digitalisering van procedures en werkprocessen. 

Eenvoudige procedure

Civiele procedures beginnen nu nog met een dagvaarding (via de deurwaarder) of een verzoekschrift. Dat onderscheid vervalt. Er komt één eenvoudige manier om een procedure te starten, die zowel voor civiel - als bestuursrecht geldt. Inschakelen van een deurwaarder om de tegenpartij op te roepen blijft mogelijk, maar is straks niet meer verplicht. 
Het vaste stramien van hoor en wederhoor blijft natuurlijk in stand, maar de rechter krijgt meer regie over de zaak en belegt een zitting als hij bijvoorbeeld behoefte heeft aan toelichting van de standpunten of wil toetsen of partijen nader tot elkaar te brengen zijn, eventueel via een mediator. Hij zal zoveel mogelijk streven naar oplossing van de problemen achter het juridische conflict, waardoor verder procederen onnodig wordt. 

Maatwerk

De nieuwe werkwijze biedt ruimte voor maatwerk; eenvoudige zaken kunnen snel worden afgedaan, voor complexere kwesties maakt de rechter meer tijd vrij. Lange doorlooptijden die samenhangen met de traditionele rechtsgang, waarin zaken vaak een tijdje stil komen te liggen, behoren over enkele jaren tot het verleden. De mogelijkheid voor partijen om standpunten toe te lichten in plaats van een pleidooi te houden op de zitting, komt een snel verloop van de procedure ook ten goede en is bovendien prettig voor procespartijen. 
De bedoeling is dat binnen twee jaar de eerste concrete veranderingen worden doorgevoerd. De Rechtspraak praat over de exacte invulling daarvan met betrokkenen als advocaten, gerechtsdeurwaarders, wetenschappers en grote procespartijen. Ook wordt gedacht aan het formeren van burgerpanels die de nieuwe werkwijze kunnen uitproberen voordat die wordt ingevoerd. 

Zo veel mogelijk digitaal

Procedures moeten zo veel mogelijk digitaal worden gevoerd, schrijft Opstelten de Tweede Kamer. Hij zal digitaal proceduren verplicht stellen voor professionele partijen. De mondelinge behandeling komt in de nieuwe basisprocedure centraal te staan. ‘Hierbij sluit ik aan bij de bestaande eisen die door de Belastingdienst worden gehanteerd, met betrekking tot verplicht digitaal communiceren. Natuurlijke personen die niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf en die geen gebruik maken van een professioneel gemachtigde, wil ik niet verplichten tot digitaal procederen. De Rechtspraak zal onderzoeken hoe deze natuurlijke personen kunnen worden gestimuleerd om toch zo veel mogelijk digitaal te procederen en hoe zij hierbij kunnen worden ondersteund.'

Hoger beroep

Het is de bedoeling dat het beschreven stramien voor de basisprocedure ook gaat gelden voor procedures in hoger beroep. De termijn voor hoger beroep en de vraag of het hoger beroepsschrift de beroepsgronden moet bevatten, moet opnieuw worden beoordeeld, omdat bestaande verschillen tussen de desbetreffende regels voor de dagvaardingsprocedure, de verzoekschriftprocedure en het bestuursprocesrecht op dat punt niet ongewijzigd kunnen worden gehandhaafd. Waar mogelijk wordt gestreefd naar harmonisatie van deze regels. Hierbij wordt telkens rekening gehouden met de achtergrond van de bestaande regels en de behoeften van de rechtzoekenden en de rechtspraak zelf.

Wetsvoorstellen

Het ministerie van Veiligheid en Justitie is inmiddels begonnen met de voorbereiding van de benodigde wetsvoorstellen. Opsteltens voornemen is om na de zomer de concept-wetsvoorstellen af te ronden, vervolgens betrokken partijen formeel te consulteren en een internetconsultatie te houden. ‘Ik streef ernaar om tegen het einde van het jaar de wetsvoorstellen voor advies aan de Raad van State te kunnen voorleggen.'

Regeringscommissaris

Opstelten vindt, mede door de ervaringen in het buitenland, dat er voldoende tijd moet worden ingeruimd om de digitalisering van de rechtspraak door te voeren. Het vernieuwingsprogramma vereist bijzondere juridische expertise en praktijkervaring op het terrein van het burgerlijk procesrecht en het bestuursprocesrecht. Daarom heeft de minister prof. mr. A. Hammerstein voorgedragen als regeringscommissaris. Hij zal zich bezighouden met de voorgenomen wijziging van het burgerlijk procesrecht. Prof. mr. M. Scheltema vervult die rol ten aanzien van de voorgenomen wijzigingen van het bestuursprocesrecht.
 

 

Bron: de Rechtspraak

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting

0

Gerelateerde artikelen