Hof Den Bosch oordeelt dat een vrouw recht heeft op terugbetaling van investeringen in de woning van haar partner. Dat ondanks de bepaling in het samenlevingscontract dat investeringen alleen terugbetaald worden in geval van overwaarde.

De zaak (31 januari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:312) verloopt als volgt. Vrouw en man wonen ongehuwd samen. Zij hebben een samenlevingscontract opgesteld. Onderdeel van het contract is een bepaling dat de vrouw een nader te bepalen bedrag investeert in de door de man aan te kopen woning. Bij verkoop van de woning of bij het einde van de relatie delen vrouw en man de eventuele overwaarde waarbij de vrouw eerst het door haar geïnvesteerde bedrag krijgt.
 
De relatie eindigt en de vrouw vordert het volledige bedrag van haar investering van de man. De Rechtbank Limburg concludeert dat de vrouw volgens het samenlevingscontract alleen recht heeft op teruggave van haar investering als er sprake is van overwaarde. Omdat er sprake is van onderwaarde wijst de rechtbank de vordering af. De vrouw is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en gaat in beroep.
 
Hof Den Bosch komt tot de conclusie dat er tussen de vrouw en de man geen wilsovereenstemming bestaat over een onderdeel van het samenlevingscontract, namelijk het risico dat de vrouw zou lopen bij onderwaarde van de woning. Het Hof verwijst naar artikel 6:248, lid 1 BW waarin is geregeld dat een overeenkomst niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van die overeenkomst, uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien.
 
De redelijkheid en billijkheid dicteert dat bij investeringen in de regel een recht bestaat op terugbetaling daarvan mét een correctie daarop voor de nadien voorgevallen waardedaling van het investeringsobject (de woning). In het onderhavige geval blijft de correctie achterwege. De vrouw heeft namelijk een groot aantal betrekkelijk kleine investeringen op verschillende tijdstippen gedaan. Het rendement van de afzonderlijke investeringen in de woning valt dan niet te berekenen. Op grond van redelijkheid en billijkheid kan de vrouw aanspraak maken op terugbetaling van haar investeringen.

Belang voor de praktijk

Voor mensen die willen investeren in de woning die eigendom is van de partner, is het verstandig om in het samenlevingscontract of in de huwelijkse voorwaarden een correct geformuleerde clausule op te nemen. Daarin kunnen partners helder omschrijven wat er met de investering dient te gebeuren bij verkoop van de woning of verbreking van de relatie zowel bij overwaarde als ook bij onderwaarde.
 

 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Huwelijksvermogensrecht

11

Gerelateerde artikelen