Het UBO-register zoals dat nu ter consultatie ligt is niet waterdicht. Wat Reinier Kooiman betreft kunnen we de lekkage beter preventief stoppen, voordat deze definitief ontstaat. "We moeten voorkomen dat Nederland door de hele EU wordt gebruikt om het register van 'Ultimate Beneficial Owners' te omzeilen."

UBO-register

Net als andere EU-landen is ook Nederland verplicht om een centraal UBO-register in te stellen. De invoering hiervan is in 2015 in Europees verband afgesproken en de verplichting is opgenomen in de vierde anti-witwasrichtlijn. Het wetsvoorstel voor implementatie van het UBO-register ligt momenteel ter consultatie.
 
In het register worden gegevens opgenomen van de uiteindelijk belanghebbende (Ultimate Beneficial Owner: UBO), oftewel de natuurlijke persoon, die, al dan niet achter de schermen, bij een onderneming of rechtspersoon aan de touwtjes trekt.

Ontbrekende hamvraag

Kooiman, werkzaam bij Deloitte Belastingadviseurs en verbonden als docent belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam, valt al direct iets op aan het conceptwetsvoorstel. "De hamvraag: Wie is uiteindelijk de UBO?, wordt niet beantwoord. Er is wel voorgesteld om de UBO te definiëren als de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een onderneming of een rechtspersoon. Die definitie is ruim en zal pas handen en voeten krijgen in het Handelsregisterbesluit. In dat besluit zal per type onderneming en rechtspersoon worden aangegeven wie dient te worden beschouwd als uiteindelijk belanghebbende. Hierdoor blijven belangrijke vragen, zoals wat voor belang de natuurlijke persoon moet hebben om te zijn aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende, vooralsnog onbeantwoord. Voor een juiste beoordeling van het conceptwetsvoorstel zou het prettig zijn als hier op zéér korte termijn duidelijkheid over komt. Terecht komt in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel de vraag naar voren wie bij een algemeen nut beogende instelling (ANBI) de UBO is. Helaas is het antwoord hierop niet gegeven."  

Privacy-kwestie

Om de privacy te waarborgen krijgt de UBO de mogelijkheid bij de Kamer van Koophandel een verzoek in te dienen voor het afschermen van zijn UBO-informatie. Hij moet dan wel aannemelijk maken dat een dreigende situatie als blootstelling aan een risico op fraude, ontvoering, chantage, geweld of intimidatie aan de orde is. "Op verzoek worden dus bepaalde gegevens afgeschermd," geeft Kooiman aan. " Het is afwachten hoe ruim deze uitzondering wordt toegepast. Opvallend is ook dat in het rijtje van situaties 'minderjarigheid' is opgenomen. De gegevens van een minderjarige UBO worden dus niet ter bescherming automatisch afgeschermd. Alhoewel de leeftijd al blijkt uit de aan te leveren persoonsgegevens, zal ook de minderjarige UBO om afscherming moeten verzoeken."

Kwestie van de juiste entiteit

Het UBO-register is overigens geen apart register. De informatie over de UBO wordt opgenomen in het handelsregister. Dat is het minst omslachtig, omdat zo de UBO-informatie kan worden geregistreerd van de rechtspersonen en ondernemingen met een registratieplicht conform de handelsregisterwet. Vennootschappen en andere juridische entiteiten die zijn opgericht naar Nederland recht vallen hier dus onder. Daarmee voldoet Nederland aan de verplichte entiteiten die informatie over hun UBO's moeten aanleveren.  Kooiman vraagt zich echter af of men niet verder moet gaan dan de verplichting uit de richtlijn. "Vennootschappen en andere entiteiten opgericht naar buitenlands recht vallen er niet onder. Dat is logisch als het binnen de EU grenzen blijft, omdat anders UBO's in meerdere lidstaten moeten worden geregistreerd. Hierdoor is echter ook veel ontwijking van het register mogelijk. Registratie is simpelweg te voorkomen met een niet naar Nederlands recht of het recht van een andere EU-lidstaat opgerichte entiteit." Kooiman wijst op het feit dat een onderneming die toebehoort aan een buitenlandse rechtspersoon die een hoofd- of een nevenvestiging in Nederland heeft zich volgens de Handelsregisterwet wel moet registreren, maar door de gemaakte uitzondering niet onder het UBO-register valt.
 
"Het UBO-register is ook te omzeilen met een fonds voor gemene rekening", vervolgt Kooiman. "Voor een dergelijk fonds geldt nu geen verplichte inschrijving in het handelsregister en daarmee dus ook geen UBO-registratie. Mogelijk gaat het fonds voor gemene rekening toch onder het bereik van het UBO-register vallen . Dat wordt nog onderzocht."

Geen trustregister

Omdat het Nederlands recht de trust of vergelijkbare constructies niet kent ziet de registratie van UBO-informatie ook daar niet op. Maar er mag dan naar Nederlands recht geen trust op te richten zijn, een trust wordt in Nederland op grond van het Haags Trustverdrag wel degelijk erkend. Daarom rijst volgens Kooiman de vraag of Nederland de richtlijn op dit punt wel correct implementeert. Nu men heeft besloten om de registratie van UBO's van trusts niet te implementeren verwacht hij een toename van truststructuren. "Te denken valt aan een Curaçaose stichting particulier fonds (SPF)," aldus Kooiman. "Curaçao valt onder het Caribisch deel van het Koninkrijk en dat deel valt niet onder het UBO-register."

Transparantie

De vierde anti-witwasrichtlijn, met als onderdeel het UBO-register, moet voorkomen dat het financiële stelsel wordt gebruikt voor het witwassen van geld of voor terrorismefinanciering. Volgens Kooiman zit er wellicht nog een extra doel achter het UBO-register, namelijk gehoor geven aan de publieke roep om meer transparantie, ook als sprake is van legale situaties. "In de steeds luider wordende roep om transparantie zijn anonimiseringsstructuren niet langer gewenst. Als ook dat een doel is, dan is de impact enorm. Kijk naar de commanditaire vennootschap (cv) die wel moet worden ingeschreven in het Handelsregister (en ook UBO-informatie moet gaan aanleveren), maar die geen publicatieplicht kent voor de jaarrekening. Ondanks de registratie is dus niet na te gaan hoeveel geld hierin omgaat. Datzelfde geldt ook voor het fonds voor gemene rekening als dit onder de registratieplicht gaat vallen. In het kader van transparantie is er iets voor te zeggen om dan zowel voor een dergelijk fonds als de cv publicatie verplicht te stellen." 

Lekken voorkomen

Resumerend bevat het UBO-register zoals nu in concept wordt voorgesteld de nodige missing links. "Helemaal waterdicht maken zal niet lukken", aldus Kooiman, "maar een aantal lekken is te voorkomen, door meer entiteiten verplicht te laten registreren, de publicatie-uitzondering voor de cv en het fonds te schrappen en wel een trustregister te implementeren."

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Fiscaal ondernemingsrecht

15

Gerelateerde artikelen