"Europese landen lokken elkaars werknemers weg met maar liefst 27 verschillende expatregelingen. Dat is een fiscale race-to-the-bottom", schrijven Wouter Leenders, economiestudent aan de University of California, Berkeley, en Vinzenz Ziesemer, directeur van het Instituut voor Publieke Economie in het FD.
De 30%-regeling in Nederland heeft als doel het aantrekken van buitenlandse werknemers met een specifieke deskundigheid. Maar tot op heden is voorbijgegaan aan de schadelijke effecten die dit soort regelingen heeft op de overheidsfinanciën van Europese landen, vinden Leenders en Ziesemer.
In hun opiniestuk stellen ze dat de grote hoeveelheid expatregelingen in de EU ten koste gaat van elkaars belastingopbrengsten en dus ook ten koste van Nederland: "Een Italiaanse ingenieur of Franse auto-topman die naar Nederland verhuist, kan een positief effect hebben op de Nederlandse economie, maar dit gaat direct ten koste van de Italiaanse of Franse economie. In economentaal wordt dit soort beleid beggar-thy-neighbour-politiek genoemd: het voordeel van de een, is het nadeel van de ander."
Dat EU-landen elkaars werknemers weglokken met expatregelingen ondergraaft de Europese solidariteitsgedachte, concluderen de economen in de krant. Zij adviseren Nederland en de EU om een einde te maken aan "dit soort ondermijnende belastingconcurrentie".
Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota aangekondigd om de 30%-regeling vanaf 2024 te beperken tot werknemers met maximaal de Balkenende-norm van (in 2022) € 216.000. Er komt wel een overgangsregeling van drie jaar. Lees ook het thema De 30%-regeling.
Bron: FD
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Loonbelasting