Het wetsvoorstel herziening partneralimentatie wil de partneralimentatie eerlijker en eenvoudiger maken. Daarnaast is het de bedoeling om de duur van de alimentatie in te korten. Onlangs is dit in 2015 ingediende initiatiefwetsvoorstel voor de derde keer gewijzigd via een derde nota van wijziging (34 231, nr. 13).

Het wetsvoorstel wil de partneralimentatie behouden. Beëindiging van het huwelijk betekent immers niet dat de zorgplicht die de echtgenoten tegenover elkaar hebben, ophoudt te bestaan. Maar het voorstel voorziet wel in een verkorting van de alimentatieduur.

De voorgestelde beperking van de alimentatieduur

In het wetsvoorstel is de alimentatieduur beperkt tot de helft van het aantal jaren dat het huwelijk heeft geduurd, met een maximum van 5 jaar. Op deze hoofdregel is een aantal uitzonderingen. Die uitzonderingen hebben betrekking op langdurige huwelijken en huwelijken met jonge kinderen.

  • Uitzondering langdurige huwelijken
    Voor de bepaling van de duur van het huwelijk wordt gekeken naar het tijdstip waarop het verzoek tot echtscheiding wordt ingediend. Er is sprake van een ‘langdurig huwelijk’ als het huwelijk op dat tijdstip langer heeft geduurd dan 15 jaar. Als dat het geval is en de alimentatiegerechtigde de AOW-leeftijd binnen 10 jaar bereikt, dan eindigt de alimentatie pas bij het bereiken van de AOW-leeftijd. In de derde nota van wijziging is deze uitzondering uitgebreid. Alimentatiegerechtigden in de leeftijd van 50 jaar tot 57 jaar, hebben ook recht op partneralimentatie voor de duur van 10 jaar. In het oorspronkelijke wetsvoorstel eindigt de partneralimentatie zodra de alimentatieplichtige de AOW-leeftijd bereikt. Deze regeling is nu geschrapt.
  • Uitzondering jonge kinderen
    De partneralimentatie eindigt niet eerder dan op het tijdstip dat het jongste kind de leeftijd van 12 jaar bereikt heeft. Deze uitzondering bestond al en is niet gewijzigd. Op grond van deze uitzondering is de alimentatieduur maximaal 12 jaar.

Belang voor de praktijk

Met deze nota van wijziging verbetert de positie van alimentatiegerechtigden in de leeftijd van 50 jaar tot 57 jaar. Maar niet voor een heel lange periode. In de voorgestelde wettekst is namelijk aangesloten bij het geboortejaar. Het betreft de alimentatiegerechtigde die geboren is op of voor 1 januari 1970 en diens leeftijd meer dan tien jaren lager is dan de AOW leeftijd. Omdat het de bedoeling is dat de wet op 1 januari 2020 in werking treedt, eindigt deze uitbreiding van de uitzondering voor langdurige huwelijken al na 7 jaar (2027).

In het oorspronkelijke wetsvoorstel was opgenomen dat de alimentatieplicht eindigt zodra de alimentatieplichtige de AOW-leeftijd bereikt. Daar is men nu op teruggekomen. Dit is goed nieuws voor alimentatiegerechtigden van wie de ex-echtgenoot binnen niet al te lange tijd de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Huwelijksvermogensrecht

3

Gerelateerde artikelen