De vermogensrendementsheffing in box 3 kan menigeen al vele jaren niet bekoren. Aangeslagen worden voor 1,2%, terwijl het daadwerkelijke rendement minder dan 1% bedraagt, komt neer op fiscale onteigening. Het kabinet stelt in het Belastingplan 2016 dan ook een aangepaste heffing voor.

Voorgesteld wordt het forfaitaire rendement te variëren naar gelang de omvang van het vermogen. Box 3 wordt net als box 1 progressief. Bij een vermogen tot € 100.000 bedraagt het forfaitaire rendement namelijk 2,9%, bij een vermogen van € 100.000 tot € 1.000.000 4,7% en bij een vermogen van meer dan € 1.000.000 5,5%. Het tarief van 30% blijft ongewijzigd, zodat de netto-heffing 0,89%, 1,41% respectievelijk 1,65% bedraagt. Voor de lagere vermogens tot € 100.000 is dit dus feitelijk een belastingverlaging, voor de hogere vermogens een (forse) belastingverhoging. Dit is niks nieuws, want was vóór prinsjesdag al op grote schaal uitgelekt.

Voor mij het spannendste onderdeel van het Belastingplan was of er een tegenmaatregel in box 2 zou worden getroffen en zo ja, hoe die er dan uit zou zien. Voor de hand zou liggen om de fictieve-rendementsheffing in box 2 van art. 4.14 Wet IB 2001 uit te breiden tot alle beleggings-bv's, ongeacht of die nu wel of niet een adequate winstbelasting betalen. En het forfaitaire rendement van 4% op dezelfde wijze te variëren als in box 3 wordt voorgesteld. Want zonder zo'n box 3-beschermingsmaatregel in box 2 kan een kind zien dat de hogere vermogens in box 3 – boven de € 100.000 - straks massaal de bv of een daarop gelijkende rechtsvorm in zullen vluchten. Het (open) fonds voor gemene rekening gooit hierbij hoge ogen, aangezien deze ‘rechtsvorm' geen publicatieplicht heeft, zeer flexibel is met bijvoorbeeld teruggaven van gestort kapitaal en, voor wie dat wenst, kan kwalificeren als vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) ex art. 6a Wet VPB 1969.

Wie schetst dan ook mijn verbazing, toen ik in het hele Belastingplan 2016 geen aanpalende maatregel in box 2 aantrof. Dit is zo evident dom dat ik een opzetje vermoed tussen de beide regeringspartijen. De PvdA kan nu op de bühne groot uitpakken met haar stokpaardje dat hogere vermogens meer belasting (moeten) gaan betalen, precies zoals Piketty dat graag ziet, terwijl de VVD in de coulissen in haar vuistje lacht, want zij heeft er toch geen last van. Zonder zo'n beschermingsmaatregel in box 2 kan het kabinet de box 3-aanpassing net zo goed achterwege laten. Budgettair neutraal zal deze box 3-aanpassing, zoals het kabinet nog enthousiast opschrijft in de memorie van toelichting, in elk geval niet zijn.

Maar misschien is het geen domheid van het kabinet maar juist geslepenheid. Hoge vermogens van boven de € 100.000 zullen straks massaal box 2 in vluchten. Deze vermogens worden dan effectief onderworpen aan een belastingheffing gebaseerd op het daadwerkelijke rendement, want dat is box 2. In box 3 zitten dan alleen nog de kleine spaarders tot € 100.000. En voor deze groep kan de box 3-heffing dan gemakkelijk worden omgevormd tot eveneens een belastingheffing gebaseerd op het reële rendement, want dat zal hen geen financiële pijn doen.

Op deze wijze transformeert box 3 dus min of meer geruisloos in een belastingheffing gebaseerd op het reële rendement! Zou dit er dan achter zitten? Neeeuuhh….. vast niet…..

Informatiesoort: Column

Rubriek: Inkomstenbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2015

55

Gerelateerde artikelen