Afgelopen week debatteerde de Tweede Kamer met minister-president Rutte en de Minister van Financiën Van Weyenberg over de financiële verantwoording betreffende het jaar 2023.

In dit debat kwam er vanuit de Kamer zowel kritiek op het financiële beleid van kabinet-Rutte IV, als op de financiële plannen uit het hoofdlijnenakkoord van de PVV, VVD, NSC en BBB. Het debat was daarmee zowel een voorschot op de komende debatten over de financiële plannen van de nieuwe coalitie als een afsluiting van het laatste kabinet-Rutte en zijn expansieve begrotingsbeleid. Het centrale thema in het debat was – net als voorgaande jaren – de grip vanuit de Tweede Kamer op de uitgaven.

In het debat kwamen vanuit de Kamer drie punten van kritiek op het financiële beleid van het afgelopen jaar en het kabinet-Rutte IV naar voren. Allereerst benoemden De Vree (PVV), Heinen (VVD) en Eerdmans (JA21) hun principiële bezwaren tegen het expansieve begrotingsbeleid, de gigantische bedragen die de vorige coalitie wilde uitgeven. Daarnaast werd er Kamerbreed kritiek geuit over de onderuitputting: dat het kabinet gereserveerde middelen niet heeft kunnen uitgeven, terwijl de samenleving daar wel op had gerekend. Tot slot was er kritiek op de wijze waarop het kabinet, zonder voldoende inzicht en controle vanuit de Tweede Kamer, extra geld uitgeeft.

Budgetrecht

Het gebrek aan grip vanuit de Tweede Kamer op de overheidsfinanciën heeft plat gezegd twee oorzaken. Allereerst komt dit doordat het kabinet geld uitgeeft zonder toestemming vanuit de Kamer. Daarnaast is het soms lastig om vast te stellen of de beleidsdoelen daadwerkelijk zijn behaald. Vorig jaar heeft de Kamer afgedwongen dat de regering niet zomaar extra uitgaven kan doen, op basis van Incidentele Supplementaire Begrotingen, zonder toestemming van de Tweede Kamer. Heinen (VVD) diende toen een amendement in om de Comptabiliteitswet op dit punt te wijzigen. Deze aanpassing blijkt effectief te zijn. In 2022 kwam het kabinet nog met 52 aanvullende begrotingen; in 2023 waren dat er 8.

In het afgelopen verantwoordingsdebat vroeg de Kamer ook aandacht voor de tweede oorzaak. De Algemene Rekenkamer vraagt in haar verantwoordingsonderzoek aandacht voor meer inzicht in de resultaten van publiek geld. Van der Lee (GL-PvdA) en Sneller (D66) benadrukten daarbij het belang van duidelijke doelen van overheidsbeleid, waardoor makkelijker te controleren is of geld goed wordt besteed. Daarbij bepleit Van Hijum (NSC) meer (ambtelijke) ondersteuning voor de Tweede Kamer voor het controleren van de begroting en de verantwoordingsstukken. Op verzoek van NSC, PVV, VVD en BBB zal het presidium van de Kamer onderzoeken hoe dit, naar voorbeeld van het Congressional Budget Office in de Verenigde Staten, ingericht kan worden.

Parlementair

Het verantwoordingsdebat werd door de oppositiepartijen ook aangegrepen om kritiek te uiten op de financiële plannen uit het hoofdlijnenakkoord van de PVV, VVD, NSC en BBB. Een groot punt van kritiek is het onrealistisch begroten van de opbrengsten van geplande bezuinigingen. Van der Lee (GL-PvdA) gaf daarbij als voorbeeld de asielkosten, die structureel te laag worden ingeschat en Grinwis (CU) wees de coalitiepartijen erop dat er minder ambtenaren op de kerndepartementen werken dan dat de coalitiepartijen
willen gaan wegbezuinigen. Tot slot wees Dijk (SP) erop dat het bezuinigen op ambtenaren in de praktijk leidt tot externe inhuur, met hogere kosten tot gevolg.

Nagenoeg alle debatten in de Tweede Kamer draaien op dit moment om de vragen: wat wil de nieuwe coalitie bereiken, hoe gaan ze het uitvoeren en hoe gaan ze het betalen? Steevast geven de coalitiepartijen daarbij aan dat het hoofdlijnenakkoord verder uitgewerkt zal worden en dat de afgestemde ambities met de onderliggende dekking haalbaar zullen zijn. Op 4 juni a.s. debatteert de Tweede Kamer over de Voorjaarsnota – die de coalitiepartijen stevig willen verbouwen – en wordt het inhoudelijke debat voortgezet.

Informatiesoort: Parlementair

Rubriek: Belastingrecht algemeen

138

Gerelateerde artikelen