Al vroeg tijdens de fiscale opleiding leerde ik het standaardcliché over fiscalisten: zet er twee bij elkaar en je hebt drie meningen. En zoals vaak met clichés het geval is, bevat ook deze een kern van waarheid. De hoeveelheid en verscheidenheid aan meningen houdt het debat kleurrijk en levendig.

In een ideaalbeeld zie ik volstrekt onafhankelijke wetenschappers voor me. Met gedegen onderzoeken, analyses en debatten met de praktijk stellen zij bestaande belastingdenkbeelden ter discussie en creëren zij nieuwe. In de praktijk zijn wetenschappers nog zelden echt onafhankelijk, maar tevens werkzaam in de adviespraktijk of bij de rechterlijke macht. Dit kan leiden tot het vermoeden van ‘gekleurdheid'. Daar hoeft men niet meteen zenuwachtig van te worden. Het gaat uiteindelijk om de inhoud en om de transparantie van de argumenten. Het verrijkende effect van een dergelijke visie kan door overdreven voorzichtigheid in de kiem worden gesmoord. Ik geef een voorbeeld.
 
In de zaak V-N 2014/14.8 wordt een hoogleraar, tevens advocaat-generaal bij de Hoge Raad van elke (privé)mening beroofd, ten minste als het aan de onderzoekscommissie had gelegen. De commissie, bestaande uit gerenommeerde (oud) rechters, nam het standpunt in dat een A-G zich had moeten onthouden van het hebben van een (opiniërende) mening ten aanzien van aangelegenheden die bij de Hoge Raad aanhangig zijn (tot zover kan ik de redenatie volgen) of in een later stadium mogelijk als feitelijke of rechtsvraag aan de orde zouden kunnen komen. Op dit laatste haak ik af. Dat kan dus alles zijn. Waarom zou een A-G of een rechter (maar lees ook: een medewerker van de Belastingdienst of van het ministerie) niet een mening mogen hebben over the bigger picture? Deze meningen kunnen een positieve bijdrage aan het debat leveren, zonder dat de uitoefening van de functie daaronder hoeft te lijden. Een positief-kritische inborst ten aanzien van het eigen beleid en handelen is een groot goed, zeker in wetshoedende en wetsuitvoerende functies. Naar mijn mening is de fiscaliteit bovendien professioneel genoeg om het verschil te zien tussen de wenselijke en de feitelijke situatie. Voor de borging daarvan zijn adequate beschermingsmaatregelen voor handen in de vorm van bijvoorbeeld wraking, bezwaar- beroep- en klachtenprocedures.
 
Het advies van de commissie roept bij mij twee nogal zwaar klinkende termen op: censuur en inefficiency. Niet alleen zou het opvolgen van het advies kunnen leiden tot frustratie en krampachtigheid bij de betrokkene, het is bovendien niet in het belang van de samenleving dat kennis en potentieel van vooraanstaande fiscalisten verloren gaan. Hoewel de Hoge Raad het advies van de commissie verwerpt, blijft de vraag of de functie ‘wetenschapper' te combineren is met nevenfuncties? Het antwoord is mijns inziens een volmondig: ja! Mogelijk heb ik een zogenaamde dissenting opinion, maar wat ik kwijt wil is het volgende. Volgens mij leeft er een wetenschapper in ons allemaal. Bovendien krijgt een mening alleen kleur als deze wordt afgezet tegen andere meningen. Laten we genieten van die dynamiek en van het cliché dat ons fiscalisten verbindt.
 
Vorm je mening en durf die uit te spreken!

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Belastingrecht algemeen

11

Gerelateerde artikelen