De meesten van u zullen Prinsjesdag en de daaropvolgende algemene politieke beschouwingen nog scherp op het netvlies hebben. En zonder te veel mee te willen waaien met het neerslachtige sentiment omtrent de landelijke politiek, past het onderwerp van deze column bij het al geruime tijd heersende wantrouwen in de overheid.

Op 27 augustus 2025 verscheen het tweede deel van het onderzoek van de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD), getiteld ‘Rechtsbescherming in het geding’. Het betrof een vervolg op eerder verricht onderzoek, waarvan de resultaten eind 2023 werden gepubliceerd. Dit alles naar aanleiding van signalen van RTL-nieuws dat de Belastingdienst informatie zou achterhouden voor de rechter.

Het eerste deel van het onderzoek was vooral gericht op de manier waarop de Belastingdienst invulling denkt te moeten geven aan art. 8:42 Awb. In dit artikel is bepaald dat het bestuursorgaan alle op de zaak betrekking hebbende stukken dient te overleggen aan de rechter in een beroepsprocedure. Het behoeft geen betoog dat een rechter een zaak alleen op grond van een compleet dossier eerlijk kan beoordelen. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten werd de werkinstructie van de Belastingdienst die ziet op de ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’ aangepast.

De IBTD onderzocht in het tweede deel van het onderzoek de praktijk rond art. 8:42 Awb vanuit conflictsituaties. Het onderzoek was gebaseerd op vijf casestudies van omvangrijke belastingzaken. Het heeft onder meer in beeld gebracht hoe en waarom een geschil over informatieverstrekking op grond van art. 8:42 Awb ontstaat en welke rol een (on)gelijke informatiepositie kan spelen in een conflict met de Belastingdienst.

Schokkend genoeg bleek de Belastingdienst in vier van de vijf onderzochte zaken geen juiste invulling te hebben gegeven aan het gebod tot informatieverstrekking dat voortvloeit uit art. 8:42 Awb. Zo blijken medewerkers verschillend aan te kijken tegen wat als ‘op de zaak betrekking hebbend stuk’ moet worden gezien, worden interne correspondentie en notities vaak niet overgelegd (ondanks jurisprudentie die juist bevestigt dat deze stukken ook relevant kunnen zijn) en worden keuzes om stukken weg te laten meestal niet vastgelegd.

De organisatiecultuur binnen de Belastingdienst wordt ook blootgelegd in de onderzoeksresultaten. Uit interviews blijkt dat medewerkers sterk resultaatgericht werken, waarbij het winnen van zaken centraal staat. Zij selecteren zelf welke stukken relevant zijn en beoordelen of documenten van belang zijn voor de belastingplichtige. De bezwaarfase, die bedoeld is als heroverweging, wordt beschouwd als mogelijkheid tot verdediging van het oorspronkelijke besluit.

De enige positieve case uit het onderzoek, waarin het dossier helemaal compleet was, laat zien dat het ook anders kan. In deze zaak werkte een multidisciplinair team samen, was er tegenspraak en actieve betrokkenheid van leidinggevenden. Er was daardoor oog voor de positie van de belastingplichtige.

De IBTD doet een aantal aanbevelingen: heldere richtlijnen, structurele verbetering van de informatiehuishouding, multidisciplinair werken, en reflectie en evaluatie. En een cultuuromslag: van ‘winnen’ naar rechtvaardigheid en transparantie. Zo’n omslag zou in breder verband heilzaam kunnen zijn: dan waren de algemene politieke beschouwingen misschien gewoon een begrotings- en beleidsdiscussie in plaats van een voorproefje van de verkiezingscampagne geweest.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Focus: Focus

84

Gerelateerde artikelen