Inmiddels worden al bijna twee en een half jaar Kennisgroepstandpunten gepubliceerd op de website van de Belastingdienst. Ik zal voor mezelf spreken: wat mij betreft is het een mooie ontwikkeling, die goed bij de huidige tijd en aandacht voor transparantie past. 

Er wordt voortvarend en overzichtelijk inzicht gegeven in fiscale standpunten die de Belastingdienst inneemt. Zelfs bij de standpunten die meer voor de hand liggen, vind ik de bevestiging daarvan regelmatig nuttig en behulpzaam om de eigen kennis op niveau te houden. Natuurlijk past altijd afwegen van alle voor- en nadelen bij een nieuw geïntroduceerde werkstroom, maar mijn beeld is per saldo positief.

Er zijn al veel (goede) bijdragen in de literatuur geweest over het nog relatief nieuwe fenomeen. Het is ook lezenswaardig dat de Belastingdienst zelf in een Kennisgroepstandpunt in november 2024 heeft uitgelegd welk formeel karakter een Kennisgroepstandpunt heeft (Belastingdienst 5 november 2024, KG:206:2024:2, V-N 2025/3.28).

Een punt dat mij intrigeert is hoe een dergelijk standpunt zich verhoudt tot de trias politica van Montesquieu. Ik geef eerlijk toe geen groot kenner van filosofische gedachten te zijn. Vanuit mijn studie en praktijkbeleving ging (en ga) ik ervan uit, dat een stevige scheiding tussen wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht een fundament voor staatsinrichting is. Eens in de zoveel tijd echter lijkt in gesprekken of literatuur de suggestie (of zelfs kritiek) op te komen, dat bij sommige Kennisgroepstandpunten de grens zou worden opgezocht tussen wetgeven en uitvoeren.

Die kritiek op Kennisgroepstandpunten zie ik in het algemeen niet als terecht. Een uitvoeringsorganisatie hoort nu eenmaal regels te interpreteren en toe te passen. Daar waar sprake is van onduidelijkheid of een lacune in de regels, past het om in redelijkheid, op basis van goede argumenten, transparant en zo voortvarend mogelijk een keuze te maken. Daarbij is een Kennisgroepstandpunt weliswaar formeel bestempeld tot een vaste gedragslijn en daarmee beleid; het is echter vooral bindend voor de inspecteur. Een belastingaanslag, gebaseerd op een Kennisgroepstandpunt, kan voorgelegd worden aan de rechter.

De spanning met historische filosofische gedachten valt dus mee. Trias politica wordt ook eerder gezien als een spreiding der machten, dan als een volledige en strikte scheiding. Enige overlap is denkbaar. De gedachte zou vooral zijn dat door checks and balances niet een enkel instituut binnen een rechtsstaat te veel macht heeft. De machten moeten elkaar in evenwicht houden. Dus dat bij het innemen van sommige Kennisgroepstandpunten de indruk kan ontstaan dat een bijna regelgevend karakter binnen bereik lijkt te komen, past er in die zin bij. Een dergelijk Kennisgroepstandpunt vormt dan uiteraard ook aanleiding voor een regelgever om te overwegen of nadere wetgeving toch wenselijk is. Daarmee wordt dan weer keurig bevestigd dat wetgeving bij voorkeur altijd tot stand komt met een weloverwogen besef van de gevolgen voor de uitvoering. De filosofische wijsheden uit het midden van de achttiende eeuw blijven daarmee een dankbaar fundament.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

25

Gerelateerde artikelen