Met de passage over transparantie en toegangelijkheid uit het jaarverslag 2017 van de Hoge Raad is de auteur het van harte eens. Ook de fiscale procedures bij rechtbanken en gerechtshoven dienen transparant en toegankelijk te zijn. Openbaarheid van rechtspraak is in onze rechtsstaat het uitgangspunt en dat moet ook in belastingzaken het uitgangspunt worden. Dat past bij een rechtsstaat.

‘Transparantie en toegankelijkheid dragen bij aan het gezag van de Hoge Raad in de rechtsstaat: laten zien wat je doet op een toegankelijke manier’. Deze passage, waarmee ik het van harte eens ben, komt uit het jaarverslag 2017 van de Hoge Raad. Uiteraard gelden de vereisten van ‘transparantie en toegankelijkheid’ voor de gehele rechterlijke kolom. Ook de fiscale procedures bij rechtbanken en gerechtshoven dienen transparant en toegankelijk te zijn. Openbaarheid van rechtspraak, van de zitting en van de uitspraak, is bij uitstek het middel om te voldoen aan de maatschappelijke vraag naar meer transparantie. Openbaarheid van rechtspraak is in onze rechtsstaat ook het uitgangspunt. Dit is bepaald in de Grondwet en in verschillende internationale verdragen.

In bijna alle rechtsgebieden, ook in het algemene bestuursrecht, vindt de rechtspleging in het openbaar plaats. De belastingrechtspraak is in dit verband de vreemde eend in de bijt. De zitting in belastingzaken vindt in de beslotenheid plaats (tenzij een boete aan de orde is). Reden daarvoor is, kort gezegd, dat de privacy van de belastingplichtigen met betrekking tot hun financiële aangelegenheden zwaarder weegt dan het belang van openbare rechtspraak. In de toelichting op het enige jaren geleden verschenen wetsvoorstel ‘openbaarheid rechtspraak’ zijn verschillende argumenten genoemd die ervoor pleiten om het belang van de openbaarheid zwaarder te laten wegen dan het belang van de financiële privacy van de belastingplichtigen. Kort gezegd waren die argumenten onder meer dat: openbaarheid van rechtspraak in onze rechtsstaat uitgangspunt is, in tal van andere rechtsgebieden waarin de rechtspraak openbaar is, ook zeer gevoelige zaken aan de orde komen, de belastingrechtspraak in de ons omringende landen in het openbaar plaatsvindt en in de praktijk blijkt dat het privacybelang in veel belastingzaken nauwelijks een rol speelt. Het wetsvoorstel heeft echter niet geleid tot een wetswijziging. Het is de spreekwoordelijke ijskast ingegaan. Wat mij betreft, is de tijd echter rijp om de belastingrechtspraak te transformeren van een ‘vreemde eend’ tot een ‘normale eend’. Openbaarheid van rechtspraak moet ook in belastingzaken het uitgangspunt worden (met de mogelijkheid om in specifieke gevallen de deuren wegens het privacybelang te sluiten). Dat past bij een rechtsstaat. Open de fiscale zittingszaaldeuren voor het publiek, niet alleen op zogenoemde ‘open dagen’ maar ook op reguliere zittingsdagen. Het publiek kan dan zicht krijgen op hetgeen zich afspeelt in de zittingszaal. Procederen in belastingzaken is niet geheimzinnig of ‘eng’. Het publiek zal belastingrechters aantreffen die op een actieve en laagdrempelige wijze in debat gaan met de procespartijen en hun vertegenwoordigers om het geschil dat partijen verdeeld houdt te bespreken en daar waar mogelijk op te lossen. Verder zal het publiek bemerken dat, naast alle serieuze zaken, ook humor in de zittingszaal niet ontbreekt. In dat kader, en ter afsluiting, wil ik u de volgende anekdote niet onthouden: bij het inventariseren van de ter zitting verschenen personen vroeg de voorzitter van de belastingkamer aan de rechtsbijstandverlener van de belastingplichtige of hij de titel van mr. voerde, waarop de rechtsbijstandverlener antwoordde ‘alleen in de nachtelijke uren, meneer de voorzitter’.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Belastingrecht algemeen

27

Gerelateerde artikelen