
Kabinet-Schoof heeft niet gedaan wat het had beloofd. Dat was één van de conclusies vanuit de Tweede Kamer tijdens het Verantwoordingsdebat met minister-president Schoof en de Minister van Financiën Heinen over de financiële resultaten van het jaar 2024.
Een week na de val van het kabinet was het logisch dat de Kamerleden het debat benutten om de balans op te maken en af te rekenen met kabinet-Schoof. Het was interessant dat een groot deel van de Kamer pleitte voor meer investeringen in de toekomst, het daadwerkelijk vereenvoudigen van het Belastingstelsel en het versterken van het budgetrecht van de Tweede Kamer.
In het verantwoordingsonderzoek over het afgelopen jaar kwam de Algemene Rekenkamer met drie conclusies. Allereerst zijn er weinig zichtbare resultaten. Doelstellingen en resultaten sluiten niet op elkaar aan en soms is het niet eens duidelijk wat de resultaten zijn. Op dit punt wordt de overheid opgeroepen om te doen wat het heeft beloofd en concrete resultaten te laten zien. Ook ziet de Rekenkamer veel onvolkomenheden in de bedrijfsvoering, die o.a. voortvloeien uit complexiteit.
Daarom moet er echt werk gemaakt worden van vereenvoudiging. Ten slotte zijn er zorgen over de toekomst, omdat de Kamer onvoldoende grip heeft op grote toekomstige uitgaven.
Realistisch ramen
In het debat over de jaarrekeningen en conclusies van de Rekenkamer kwam er vanuit de Tweede Kamer stevige kritiek op de resultaten van het kabinet-Schoof. Vanuit de oppositiepartijen werd er benadrukt dat de coalitie door intern geruzie eigenlijk geen resultaten heeft behaald. Ook ziet een groot deel van de Kamer dat de resultaten van het overheidsbeleid momenteel slecht meetbaar zijn. Daarom riepen GL-PvdA, D66, CDA, CU en Volt de regering in een motie op om te borgen dat de verschillende ministeries in hun jaarverslagen een samenvattende tabel met “concrete en meetbare hoofddoelen en hoofdresultaten” opnemen.
Het tweede grote punt van kritiek vanuit de Tweede Kamer is dat de Kamerleden eigenlijk weinig grip hebben op de financiële plannen van het kabinet. De oorzaak hiervan is de wijze waarop er wordt begroot. Door het veelvuldig gebruiken van gereserveerd toekomstig geld (kasschuiven) of het doorschuiven van kosten naar de toekomst maakt het kabinet de begrotingen complexer. Dit terwijl de begrotingen al niet realistisch zijn. In 2024 was er een onderuitputting van € 18,6 miljard, dit is gebudgetteerd geld dat niet kon worden uitgegeven. Een ruime verdubbeling ten opzichte van 2023. Eigenlijk had dit bedrag niet geïnd hoeven worden bij belastingbetalers.
Vereenvoudiging
De complexiteit van zowel de begrotingen als het fiscale stelsel is de Tweede Kamer al langer een doorn in het oog. In het debat werden drie interessante voorstellen gedaan. Grinwis (CU) pleitte met D66, BBB, VVD, GL-PvdA, CDA, SGP, NSC en Volt voor een jaarlijkse ‘vereenvoudigingsdag’ waarop de regering – vanaf 2026 – met een vereenvoudigingsplan komt. De Vries en Van Eijk (beiden VVD) en Grinwis (CU) riepen het kabinet op om een jaarlijkse verantwoording aan de belastingbetaler vorm te geven. Ten slotte verzochten Dassen (Volt) en Grinwis (CU) het kabinet om vóór de Miljoenennota met voorstellen te komen voor het afbouwen van ondoelmatige fiscale regelingen.
In het debat was er ook (verrassend) veel aandacht voor de achterblijvende investeringen in het verdienvermogen van Nederland in de toekomst. Faddegon (PVV) sprak zorgen uit over de achterblijvende economische groei. Dit werd onderstreept door Sneller (D66), Van Dijk (CDA) en Dassen (Volt), die benadrukken dat het kabinet-Schoof vooral heeft bezuinigd op alle gebieden die tot toekomstige economische groei leiden. In dit licht stelden Van Dijk (CDA), Grinwis (CU), Van der Lee (GL-PvdA) en Dassen (Volt) per motie voor om in de Miljoenennota te rapporteren welke uitgaven consumptief zijn en welke uitgaven bijdragen aan toekomstig verdienvermogen. Op deze manier wordt het (nog) inzichtelijker indien een kabinet alleen maar naar de korte termijn kijkt.
Informatiesoort: Parlementair
Rubriek: Belastingrecht algemeen