Mr. J. de Blieck en mr. M.A.C. van Elk - De (juridische) betekenis van het individueel handhavingsconvenant in de context van responsief handhaven
Het begrip horizontaal toezicht is niet meer weg te denken uit de handhaving van fiscale wetgeving. De Belastingdienst maakt in het kader van horizontaal toezicht voor grote organisaties gebruik van individuele handhavingsconvenanten. De Belastingdienst wil het convenant niet juridiseren en heeft daar goede argumenten voor. Die argumenten hangen samen met de betekenis van het convenant in de context van responsief handhaven. Uit de context van responsief handhaven volgt dat de "verbintenissen" van het convenant niet bepaald zijn en evenmin als bepaalbaar zijn bedoeld. De auteurs betogen dat responsief handhaven, in de fiscaliteit, binnen de grenzen van het "freies Ermessen" van de inspecteur zijn vorm krijgt. Dat lichten zij toe met de twee meest in het oog springende afspraken uit het convenant, de aanpassing van het toezicht aan de fiscale interne beheersing, het zogenoemde Tax Control Framework (TCF), en het voeren van vooroverleg. De kracht van het convenant zit niet in de juridische duiding maar in de verbinding, het contact, en de communicatie tussen belastingplichtigen en de Belastingdienst. De kracht zit hem ook in het uitspreken van de coöperatieve kant van responsief handhaven, in het toetsen van vooronderstellingen op zoek naar doelmatige uitvoering van fiscale wet- en regelgeving en belastingheffing binnen wet, jurisprudentie en regelgeving.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
B.J. Wolf LLM en A.Q.C. van Vuuren MSc - De zaak-Fred Olsen en de aangepaste Moeder-dochterrichtlijn: de substance-vereisten binnen het Europese misbruikconcept
De zaak-Fred Olsen en de aangepaste Moeder-dochterrichtlijn hebben het belang van de misbruikdoctrine van het Hof van Justitie EU en bijbehorende substance-vereisten vergroot. In dit artikel gaan de auteurs nader in op deze ontwikkelingen vanuit Europees perspectief alsmede de relevantie voor bestaande Nederlandse nationale antimisbruikbepalingen.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. L.J.A. Pieterse - Boekbespreking
Een boekbespreking van ‘De wet als kunstwerk. Een andere filosofie van het recht' van Willem Witteveen. Verschenen bij Boom, Amsterdam 2014, 494 p.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Fiscaal gefacilieerde zuivere splitsing en juridische fusie en de opwaarderingsreserve van de verdwijnende rechtspersoon
Op 27 januari 2015 heeft de Staatssecretaris van Financiën nieuwe beleidsbesluiten uitgevaardigd inzake de zuivere splitsing en juridische fusie in de vennootschapsbelasting. Met deze besluiten is (meer) duidelijkheid gecreëerd over de samenloop van een fiscaal gefacilieerde zuivere splitsing en juridische fusie en een door de splitser respectievelijk verdwijner gevormde opwaarderingsreserve in de zin van art. 13ba Wet VPB 1969. In deze bijdrage analyseert en toetst mr. G.C. van der Burgt de wijze waarop deze interactie is vormgegeven, vergelijkt hij deze benadering met de gevolgen van een fiscaal niet-gefacilieerde (‘ruisende') zuivere splitsing en juridische fusie, en doet hij concrete aanbevelingen voor de wetgever en/of besluitgever.
Een nieuwe regeling voor valutaresultaten bij buitenlandse ondernemingen
Voor internationaal opererende ondernemingen zijn (de fiscale aspecten van) valutaresultaten van groot belang. Een van die aspecten betreft de behandeling van valutaresultaten bij winst uit buitenlandse ondernemingen. Valuta(vertaal)resultaten zijn in dat kader belastbaar. Vanuit vestigingsplaatsoogpunt is die behandeling aan heroverweging toe. Ook is er een verschil met de regeling van de deelnemingsvrijstelling te onderkennen, hetgeen niet bijdraagt aan een neutraal belastingstelsel. Mevr. L. Koot LL.M en prof. dr. Q.W.J.C.H. Kok onderzoeken – mede in het licht van het EU-recht – hoe een nieuwe regeling voor valutaresultaten bij buitenlandse ondernemingen er uit zou kunnen zien en komen met een voorstel voor een nieuwe regeling.