Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X als rechtsopvolger van zijn ouders is gebonden aan hun vaststellingsovereenkomst en dat de latere correspondentie daar één geheel mee vormt. X kan de vordering op de projectontwikkelaar dus niet ten laste van zijn winst afwaarderen.
De ouders van X verkopen in 1997 (deels gepachte) landbouwgrond aan een projectontwikkelaar. Met betrekking tot de fiscale gevolgen daarvan sluiten zij een vaststellingsovereenkomst met de inspecteur. Over de uitleg daarvan wordt later ook nog gecorrespondeerd. Het is namelijk onduidelijk of de indexatie van de vordering op de ontwikkelaar ook onder de (oude) landbouwvrijstelling valt. De inspecteur gaat ermee akkoord dat de indexatie onbelast is, mits bij het uiterlijk in 2016 niet doorgaan van de transactie geen fiscaal verlies wordt genomen. In 2005 neemt X de onderneming van zijn ouders over. In 2016 wordt duidelijk dat de projectontwikkelaar de koop per 1 januari 2017 gaat ontbinden. In geschil is of X de vordering op de ontwikkelaar in 2015 (deels) ten laste van zijn winst kan afwaarderen.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X als rechtsopvolger van zijn ouders is gebonden aan de vaststellingsovereenkomst en dat de latere correspondentie daar één geheel mee vormt. X kan dus geen afwaarderingsverlies ten laste van zijn winst brengen. X stelt ook vergeefs dat zijn ouders en hun adviseur destijds hebben gedwaald. Als partijen namelijk in onzekerheid verkeren over een rechtsvraag en daartoe een bindende overeenkomst sluiten, dan kunnen partijen zich ten aanzien van die rechtsvraag niet meer op dwaling beroepen (zie o.a. HR 27 april 2007, 41.333, V-N 2007/21.3). Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema De landbouwvrijstelling in de winstsfeer.
Wetsartikelen:
Besluit lijfrenten in de winstsfeer (vennootschapsbelasting) 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Dossiers: Agro
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 10 maart