Stichting X verzorgt namens de Nederlandse loodsencorporatie de opleiding van registerloodsen voor de Nederlandse havens. Een adspirant-registerloods is verplicht gedurende het leertraject de opleiding te volgen naar de aanwijzingen van zowel de Nederlandse als de regionale loodsencorporatie. Na het met goed gevolg afronden van de opleiding is hij verplicht om zich als registerloods in te laten schrijven in het loodsenregister en gedurende 36 maanden ingeschreven te blijven. Voor 2007 is in geschil of de adspirant-registerloodsen verplicht zijn verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat sprake is van een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst. Dit blijkt onder meer uit de maandelijkse vergoeding van € 2600, de vakantietoeslag, de doorbetaalde vakantiedagen, de reis- en verblijfkostenvergoeding en de pensioenregeling. Hof 's-Gravenhage bevestigt dat de relatie tussen X en de adspirant-registerloodsen feitelijk en juridisch van dien aard is, dat aan alle voor het bestaan van een civielrechtelijke arbeidsovereenkomst vereiste elementen wordt voldaan en dat die relatie is aan te merken als privaatrechtelijke dienstbetrekking. X gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, gelet op het primaire belang van de loodsencorporaties bij goed opgeleide collega's en de continuïteit van het beroep. Het oordeel van het hof moet aldus worden begrepen dat het op grond hiervan, en kennelijk mede in aanmerking genomen dat de adspirant-registerloodsen tijdens hun opleiding handelen naar de aanwijzingen van de Nederlandse en regionale loodsencorporaties, alsmede de omvang van de emolumenten, tot de slotsom is gekomen dat de leerovereenkomsten zijn aan te merken als arbeidsovereenkomsten. Een leerovereenkomst is slechts dan geen arbeidsovereenkomst als de verrichte werkzaamheden primair zijn gericht op het vergroten van eigen kennis en het opdoen van werkervaring. Het beroep van X is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen
Instantie: Hoge Raad
Editie: 5 juli