Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen de aan hem opgelegde aanslag afvalstoffenheffing 2010. X is van mening dat de gemeente Tilburg willekeurig handelt door voor afvalstoffenheffing een vast tarief te hanteren, te meer daar andere gemeenten wel differentiëren in hun tarief. Rechtbank Breda verwerpt het pleidooi van X voor gedifferentieerde tarieven. De gemeente heeft volgens de rechtbank de vrijheid om een vast tarief te hanteren voor de afvalstoffenheffing.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt evenals Rechtbank Breda dat de gemeente Tilburg een vast tarief mag hanteren voor de afvalstoffenheffing. Volgens art. 15.33 van de Wet milieubeheer kan een afvalstoffenheffing worden geheven ongeacht het feit of huishoudelijk afval wordt aangeboden. Dit brengt mee dat tariefdifferentiatie niet vereist is. Verder heeft de heffingsambtenaar nog aangevoerd dat de voor de gemeente aan het verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen verbonden kosten voor een groot deel uit vaste kosten bestaan die niet worden beïnvloed door de grootte van het huishouden. Van strijd met het gelijkheidsbeginsel is geen sprake aangezien alle eenpersoonshuishoudens in de gemeente Tilburg gelijk worden behandeld. Verder is de gemeente Tilburg volgens het hof niet gehouden om de regelgeving van andere gemeenten te volgen die wel differentiëren. Ook van strijd met het evenredigheidsbeginsel is geen sprake: de gemeente mocht kiezen voor één tarief en X heeft niet onderbouwd dat het tarief in zijn geval als onevenredig zwaar moet worden aangemerkt. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]