In augustus 1998 is de heer A (hierna: erflater) overleden. De akte van overlijden werd op 18 augustus 1998 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Erflater was gehuwd met B. Zij hebben twee kinderen, C en belanghebbende, X. Erflater heeft bij testament over zijn nalatenschap beschikt, waarbij hij het vruchtgebruik van zijn gehele nalatenschap heeft gelegateerd aan B. Erflater heeft zijn beide kinderen, ieder voor de helft, en onder de last van voormeld legaat, tot zijn enige erfgenamen benoemd. De inspecteur heeft met dagtekening 7 juli 1999 aan B, C en X aanslagen successierecht opgelegd. In december 2009 hebben B, C en X aan de inspecteur gemeld dat er sprake is (geweest) van niet eerder aangegeven in het buitenland aangehouden vermogen. De inspecteur kondigt bij brief van 5 juli 2010 aan dat aan B, C en X navorderingsaanslagen successierecht zullen worden opgelegd. Deze brief is gericht aan het correcte adres van B. Vervolgens zijn deze navorderingsaanslagen met dagtekening 20 juli 2010 opgelegd maar op de aanslagen is het oude adres van B vermeld. X heeft op 10 oktober 2010 bezwaar gemaakt tegen de haar opgelegde navorderingsaanslag. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. Ook op de uitspraak op bezwaar staat het oude adres van B vermeld. In hoger beroep is in geschil of de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Hof Arnhem acht het aannemelijk dat X niet eerder dan op 5 oktober 2010 van het bestaan van de navorderingsaanslag op de hoogte is geraakt. Nu het bezwaarschrift van X op 13 oktober 2010 door de inspecteur is ontvangen, kan niet worden gezegd dat de bezwaartermijn is overschreden. X is dan ook ontvankelijk in haar bezwaar. Het hof overweegt vervolgens dat de dagtekening van de navorderingsaanslag 20 juli 2010 is maar dat X pas op 5 oktober 2010 van het bestaan ervan bekend is geworden. De navorderingstermijn eindigde echter op 18 september 2010. Gevolg is dat de navorderingsaanslag niet op tijd is opgelegd. Het principale hoger beroep van de inspecteur is dus ongegrond. De navorderingsaanslag wordt vernietigd.