Rechtbank Gelderland oordeelt dat de borgstelling onzakelijk is. Voor een afwaardering van de regresvordering en het in aanmerking nemen van een verlies in box 1 is dan geen plaats. De borgstelling is in de tijd en dus in het risico ongelimiteerd.

Belanghebbende, X, houdt de helft van de aandelen in bv 1. Bv 1 houdt de aandelen in bv 2 en bv 2 houdt de aandelen in bv 3. De vennootschappen houden zich bezig met projectontwikkeling. In verband met een lening van € 715.000 van de bank aan B bv en C bv, geeft X een borgstelling van € 50.000 af aan de bank. De regresvordering wordt achtergesteld op al hetgeen de bank van B bv en C bv heeft te vorderen. B bv en C bv gaan failliet. In geschil is of X in 2016 een verlies in aanmerking kan nemen door afwaardering van de regresvordering op B bv en C bv, die is ontstaan uit de borgtochtovereenkomst met de bank.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de borgstelling onzakelijk is. Voor een afwaardering van de regresvordering en het in aanmerking nemen van een verlies in box 1 is dan geen plaats. De rechtbank wijst erop dat de borgstelling niet alleen ziet op de geldlening van € 715.000, maar ook op andere huidige en/of toekomstige schulden van B bv en C bv. De borgstelling is daarmee in de tijd en dus in het risico ongelimiteerd. Verder is van belang dat de regresvordering is achtergesteld op de huidige en/of toekomstige schulden van de vennootschappen aan de bank. Het aangaan van de borgstelling komt voort uit aandeelhoudersmotieven. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 21 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen