Eiseres, X, woont op 1 januari 2010 bij haar ouders in een woning in de gemeente Zeewolde. Vanaf 15 mei 2010 gaat zij zelfstandig op een ander adres in de gemeente wonen. X is het niet eens met de aanslag afvalstoffenheffing van € 121,92 die de heffingsambtenaar van de gemeente Zeewolde haar voor de maanden juni tot en met december 2010 heeft opgelegd. De verordening afvalstoffenheffing bepaalt dat de belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. X stelt dat zij op 1 januari 2010 al belastingplichtig was en er voor haar dus geen belastingplicht is ontstaan voor de nieuwe woning. Rechtbank Zwolle-Lelystad oordeelt dat het feit dat X op 1 januari 2010 (mede)gebruiker was van de woning van haar ouders niet uitsluit dat zij in de loop van het jaar wordt aangemerkt als gebruiker van haar eigen woning. Uit de verordening afvalstoffenheffing blijkt dat degene die meerdere percelen in de gemeente feitelijk gebruikt, te maken krijgt met even zo vele belastbare feiten voor de afvalstoffenheffing. Het voorgaande betekent dat X terecht een aanslag voor haar nieuwe woning heeft gekregen voor de periode van juni tot en met december 2010. De rechtbank verwerpt het beroep van X op een uitspraak van Rechtbank 's-Gravenhage (11 december 2008, nr. AWB 07/8740) omdat in die zaak, anders dan in de onderhavige zaak, het gebruik was gekoppeld aan de inschrijving in het GBA op 1 januari van het belastingjaar. Het beroep van X is ongegrond.  

[Bron Uitspraak]