Naar aanleiding van een krantenartikel stelt de inspecteur een boekenonderzoek in bij fiscale eenheid X. De fiscale eenheid bestaat uit X bv en de eenmanszaak van X. De activiteiten van de eenmanszaak en de BV bestaan uit het geven van financiële en juridische adviezen en het voeren van procedures. Uit het boekenonderzoek blijkt dat onder andere te veel voorbelasting in aftrek is gebracht. De inspecteur legt daarom een BTW-naheffingsaanslag van € 82.000 op aan X.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X de voorbelasting die drukt op de aanschaf van een auto terecht in aftrek heeft gebracht. Het staat een ondernemer namelijk vrij om mede voor zakelijke doeleinden aangeschafte roerende investeringsgoederen tot het ondernemingsvermogen te rekenen. Op dit punt is het gelijk aan X. Daartegenover staat dan wel dat in de aangifte over december een correctie ter zake van het privégebruik in aanmerking moet worden genomen. Voor het overige zijn de correcties terecht. De rechtbank verwerpt het beroep van X op het verdedigingsbeginsel en de stelling dat de inspecteur geen boekenonderzoek had mogen instellen naar aanleiding van een krantenartikel. Ook is de tenaamstelling van de aanslag correct. De aanslag wordt verminderd naar € 74.000.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15