De wijziging van de bronheffingstarieven voor interest en royalty’s die op verzoek van Oekraïne in het wijzigingsprotocol zijn opgenomen, kunnen enige budgettaire gevolgen hebben. Daarbij is van belang of en in hoeverre de hogere Oekraïense brontarieven in Nederland verrekend kunnen worden. Dat schrijft staatssecretaris Snel van Financiën aan de Tweede Kamer.
Bij de totstandkoming van het wijzigingsprotocol (V-N 2018/57.10) is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het OESO-modelverdrag. Daarnaast zijn specifieke bepalingen opgenomen die voortvloeien uit het Nederlandse verdragsbeleid en het Oekraïense verdragsbeleid.
In het wijzigingsprotocol is een principal purposes test opgenomen. Hierdoor wordt een verdragsvoordeel niet toegekend voor een bestanddeel van het inkomen of vermogen indien het verkrijgen van dit verdragsvoordeel één van de voornaamste redenen was voor een constructie of transactie die tot dat voordeel heeft geleid. Ook is de verdragsbepaling over informatie-uitwisseling in overeenstemming gebracht met het OESO-modelverdrag. Verder wordt het initiatief tot arbitrage bij de belastingplichtige gelegd, zonder dat de instemming van de bevoegde autoriteiten nodig is.
De regeling inzake vermindering en vrijstelling van Oekraïense belasting op dividenden, interest en royalty’s, genoten door inwoners van Nederland wordt ingetrokken.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 29 november