Rechtbank Haarlem oordeelt dat telkens na het tot stand komen van een afspraak er een gezagsverhouding bestaat tussen de exploitante van het escortbureau als werkgever en de dame.

Mevrouw X exploiteert een escortbureau. De betreffende dames worden door (taxi)chauffeurs naar de klant vervoerd. De dames geven telefonisch door wanneer de dienstverlening begint en moeten ook melden als de dienst langer gaat duren dan de klant vooraf met X heeft afgesproken. Na afloop van de dienst melden de dames zich verplicht af. In geschil is de naheffing bij X in de loonsfeer.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat telkens na het tot stand komen van een afspraak er een gezagsverhouding bestaat tussen X als werkgever en de dame. Voor het bestaan van werkgeversgezag is niet relevant dat de dames nooit gedwongen zijn om bepaalde handelingen te verrichten. Aan de overige eisen voor het bestaan van een dienstbetrekking wordt ook voldaan. Met betrekking tot de chauffeurs, met uitzondering van de echtgenoot van X, wordt ook geconcludeerd tot het bestaan van een dienstbetrekking. Zo moesten de chauffeurs namelijk op de dames wachten of althans in de buurt blijven. Aangezien X geen (loon)administratie bijhield, is niet in geschil dat de verzwaarde bewijslast op X rust. X slaagt er niet in te bewijzen dat de naheffing te hoog is. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Haarlem

Editie: 29 januari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen