Rechtbank Breda oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting.

Belanghebbende (X) is een in Finland gevestigd beleggingsfonds. Ze is te vergelijken met een fonds voor gemene rekening en heeft geen rechtspersoonlijkheid. Ze is in Finland niet onderworpen aan een winstbelasting. In 2008 ontvangt belanghebbende portfoliodividenden vanuit Nederland. Hierop is € 35.324 aan dividendbelasting ingehouden. De dividendbelasting is niet verrekend in Finland. Ook bestaat er geen mogelijkheid tot verrekening in Finland. Belanghebbende verzoekt om teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting. Rechtbank Breda oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting. De rechtbank overweegt hierbij dat belanghebbende niet kan worden vergeleken met een fbi, omdat ze (onder andere) niet haar volledige winst aan haar aandeelhouders hoeft uit te keren. Volgens de rechtbank is belanghebbende te vergelijken met een beleggingsinstelling die in Nederland gewoon aan de Vpb-heffing is onderworpen. Aangezien een dergelijke instelling – net als belanghebbende – geen recht op teruggaaf van dividendbelasting heeft, is er volgens de rechtbank geen sprake van een ongunstigere behandeling. Verder overweegt de rechtbank nog dat belanghebbende ook niet vergelijkbaar is met de in art. 10 Wet DB genoemde lichamen, aangezien belanghebbende – als zij in Nederland zou zijn gevestigd – aan de Vpb onderworpen zou zijn geweest. Volgens de rechtbank wordt belanghebbende voor haar dividenden dan ook niet zwaarder belast dan vergelijkbare Nederlandse ingezetenen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Dividendbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

2

Gerelateerde artikelen