Belanghebbende X heeft een voorlopige aanslag 2017 en een definitieve aanslag 2018 precariobelasting ontvangen van de gemeente voor het hebben van gasbuizen in gemeentegrond. X levert via deze buizen gas aan industriële klanten. X vindt dat sprake is van begunstigend beleid. De Gasunie krijgt namelijk geen aanslag, omdat zij levert aan niet-industriële klanten. Deze afspraak is vastgelegd in een Vaststellingsovereenkomst. X vindt dat ook zij recht heeft op een vrijstelling.
Rechtbank Rotterdam oordeelt allereerst dat geen sprake is van gelijke gevallen. De vrijstelling van precariobelasting ziet op levering aan niet-industriële klanten. X levert echter gas aan industriële klanten. Ook is geen sprake van begunstigend beleid, indien wel sprake zou zijn van strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel. Hiervoor is vereist dat de gemeente het hebben van gasbuizen in gemeentegrond gedoogt. In een Vaststellingsovereenkomst is echter afgesproken om niet te heffen voor niet-industriële klanten. Dit betreft een vrijstelling en dus geen gedoogplicht. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel en begunstigingsbeleid faalt derhalve.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Rotterdam
Editie: 29 maart