De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de wetgever bewust heeft gekozen voor een vaste onderhoudseis zonder rekening te houden met het inkomen van de verzekerde en de feitelijke kosten van levensonderhoud van de kinderen.

X vraagt in 2020 kinderbijslag aan voor zijn kinderen, die bij hun moeder in Marokko wonen. Volgens X moet de onderhoudseis van € 433 per kind per kwartaal buiten toepassing worden gelaten. De wetgever heeft volgens hem onvoldoende aandacht voor personen met een minimuminkomen en met kinderen die wonen in een land waar de kosten van levensonderhoud lager zijn. Rechtbank Amsterdam stelt de SVB in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de wetgever bewust heeft gekozen voor een vaste onderhoudseis zonder rekening te houden met het inkomen van de verzekerde en de feitelijke kosten van levensonderhoud van de kinderen. De klacht dat de belangen van een bepaalde groep ten onrechte niet specifiek zijn onderzocht en expliciet zijn meegewogen, kan slechts zeer terughoudend door de rechter worden getoetst. De weigering van kinderbijslag aan X kan die toets doorstaan. Er is geen strijd met het evenredigheidsbeginsel en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene Kinderbijslagwet 7

Instantie: Centrale Raad van Beroep

Rubriek: Internationale sociale zekerheid, Sociale zekerheid algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 3 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

647

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen