De heer Kruijer ontvangt in 2008 een WW-uitkering en tevens pensioen. X stelt dat hij vanwege de uitkering verplicht moet solliciteren en claimt daarom kostenaftrek. Dit betreft kosten van vakliteratuur, contributies beroepsverenigingen en sollicitatiekosten. In geschil is of de aftrek terecht is gecorrigeerd door de inspecteur en of terecht heffingsrente ad € 50 is berekend. Rechtbank Haarlem stelt Kruijer in het ongelijk. Kruijer stelt in hoger beroep dat de kosten aftrekbaar zijn als negatief loon of anders op grond van het gelijkheidsbeginsel/verdragsrechtelijk discriminatieverbod. Op verzoek van Kruijer wordt de onderhavige uitspraak niet geanonimiseerd en worden er geen gegevens weggelaten.Hof Amsterdam oordeelt dat de kosten geen negatief loon zijn ondanks dat zij zijn gemaakt tot verwerving en behoud van de WW-uitkering. Kruijer stelt voorts vergeefs dat belastingplichtigen die loon uit tegenwoordige dienstbetrekking genieten met de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn gecompenseerd voor de afschaffing van het arbeidskostenforfait door middel van de arbeidskorting en dat zij een belastingvrije beroepskostenvergoeding van de werkgever kunnen krijgen. Het maakt ook niet uit dat bij andere inkomsten verwervingskosten wel, al dan niet in de vorm van de arbeidskorting, (deels) in aftrek kunnen worden gebracht. Het beroep is ook ten aanzien van de heffingsrente ongegrond. X stelt vergeefs dat de inspecteur binnen één jaar de definitieve aanslag had moeten opleggen. De voorlopige aanslag mocht zonder onderzoek worden opgelegd en voor de definitieve aanslag geldt de gewone driejaarstermijn, ondanks dat het een vrij simpele aangifte is.
Inhoudsopgave van deze editie
Belastingdienst wees verzoek om ambtshalve herziening volgens ombudsman terecht af
De Nationale ombudsman oordeelt dat de Belastingdienst niet onbehoorlijk heeft gehandeld bij de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering over belastingjaar 2002.
Gerelateerde artikelen
Kennisgroepstandpunt over regresschuld door verrekening rekeningcourantposities onder excessieflenenregeling
De regresschuld van A VOF aan Z BV welke is ontstaan door wederzijdse hoofdelijke aansprakelijkheid voor elkaars schulden en verrekening van rekeningcourantposities bij de bank valt onder het schuldenbegrip van art. 4.13 lid 1 onderdeel f Wet IB 2001. Dit volgt uit een standpunt van de Kennisgroep aanmerkelijk belang.
Waardestijging woning Nederland behoort tot werkelijk rendement box 3
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ongerealiseerde waardestijgingen van de woning in Nederland behoren tot het werkelijke rendement.
Woning valt niet onder ondernemingsvermogen omdat zolder niet uitsluitend zakelijk gebruikt wordt
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de zolder van de woning niet uitsluitend zakelijk wordt gebruikt en daarom niet tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend.
Buiten vijfjaarstermijn gedaan verzoek om ambtshalve vermindering is te laat (art. 80a Wet RO)
Hof Den Haag oordeelt dat er geen aanleiding bestaat om de navorderingsaanslagen ambtshalve te verminderen. Het verzoek om ambtshalve vermindering uit april 2021 is namelijk geruime tijd na afloop van de vijfjaarstermijn van art. 9.6 Wet IB 2001 ontvangen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Inhoud pakket Belastingplan 2026 bekendgemaakt
De Staatssecretaris van Financiën heeft de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin staan de keuzes die dit kabinet maakt. Zo is als bijlage een overzicht opgenomen van fiscale wetgeving zoals die nu is voorzien.
Beroep op hogere persoonsgebonden aftrekposten faalt bij gebrek aan onderbouwing (art. 80a Wet RO)
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X ter zake van de door haar geclaimde hogere aftrekposten niet aan de op haar rustende bewijslast voldoet. De Wet IB 2001 biedt geen ruimte om naast het forfaitaire bedrag extra kosten in aftrek te brengen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Aftrek specifieke zorgkosten niet aannemelijk gemaakt (art. 81 Wet RO)
Hof Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat haar gemaakte vervoerskosten rechtstreeks het gevolg zijn van ziekte of invaliditeit. Ook maakt X niet aannemelijk dat zij meer kosten maakt dan een vergelijkbare belastingplichtige zonder ziekte of invaliditeit. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).