De staatssecretaris wijst er daarnaast op dat de opgebouwde rechten in de regeling zoveel mogelijk zijn geëerbiedigd. Het overgangsrecht is ook uitgebreid in de Tweede Kamer behandeld. Met de 80%- regelingen in 2013 en 2015 werd onder andere een eventueel progressienadeel weggenomen. Het effect op toeslagen kon beperkt worden door te kiezen voor een langduriger uitkeringsfase. De deelnemers hebben alle vrijheid en ruimte gehad om de aanspraak te besteden naar eigen wens en behoefte, zoals voor storting in een lijfrenteverzekering, bankspaarproduct of een pensioenregeling, voor zover daar fiscale ruimte voor is.
De keuze om het fictieve genietingsmoment twee maanden naar voren te halen is volgens de staatssecretaris met name gemaakt ten behoeve van de deelnemers in verband met de heffing in box 3. Hiermee wordt bereikt dat voor de berekening van de over 2022 verschuldigde belasting in box 3 niet hoeft te worden uitgegaan van de waarde van de levensloopaanspraak vóór loonheffing.
De levensloopinstellingen zullen in aanloop naar het fictieve genietingsmoment op 1 november 2021 (nogmaals) in contact treden met hun rekeninghouders en daarbij de gevolgen van de beëindiging van de regeling onder de aandacht brengen. De Belastingdienst heeft de aanpassing van het overgangsrecht via de reguliere communicatiekanalen gecommuniceerd en heeft daarnaast een handreiking uitgebracht over opnamen van de levensloopaanspraak in de loonaangifte.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 39d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 6 april