X bv is eigenaar van een werkplaats met magazijn en kantoor- en opslagruimte. Vanaf 2007 staat de ruimte leeg. X bv heeft tevergeefs geprobeerd het pand te verhuren. In geschil is of X bv terecht is aangeslagen voor de gebruikersbelasting OZB. Rechtbank 's-Gravenhage beantwoordt deze vraag bevestigend en verklaart het beroep van X bv ongegrond.

Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de gemeente Den Haag X bv ten onrechte een aanslag OZB gebruikersbelasting heeft opgelegd voor het leegstaande pand. X bv was op 1 januari 2008 weliswaar eigenaar van de onroerende zaak, maar dit is onvoldoende om haar tevens als gebruiker aan te merken. De onweersproken verklaring van X bv dat de onroerende zaak gedurende lange tijd, ook op 1 januari 2008, "zo leeg stond als leeg maar kan zijn", in samenhang met het feit dat X bv al die tijd pogingen heeft ondernomen de onroerende zaak te verhuren, ook al was dit laatste bij de gemeente niet bekend, wijst er niet alleen op dat er sprake is geweest van leegstand, maar ook dat X bv de onroerende zaak niet heeft gebruikt met de bedoeling deze metterdaad te bezigen ter bevrediging van eigen behoeften. Ook overigens is niet gebleken van een omstandigheid waaruit is af te leiden dat X bv de onroerende zaak niettemin heeft gebruikt in de zin van artikel 220, onderdeel a, van de Gemeentewet. Het hoger beroep van X bv is gegrond.

[Bron Uitspraak]