Belanghebbende, X, is het niet eens met een legesnota van de gemeente Oisterwijk.
De Hoge Raad oordeelt dat Hof 's-Hertogenbosch na de ongegrondverklaring van de primaire stelling van X ten onrechte de subsidiaire stelling van X wegens schending van de goede procesorde tardief heeft verklaard. Deze subsidiaire stelling is door X reeds in bezwaar en beroep naar voren gebracht. De rechtbank is aan deze stelling niet toegekomen, omdat zij het beroep gegrond verklaarde op grond van de primaire stelling van X over schending van de opbrengstnorm voor de leges. Nu het hof deze primaire stelling in hoger beroep verwierp, was het hof gehouden om de subsidiaire stelling van X alsnog te behandelen. De omstandigheid dat deze stelling niet is vermeld in het in hoger beroep ingediende verweerschrift van de gemeente brengt niet mee dat X deze stelling heeft prijsgegeven. Evenmin kan deze omstandigheid het oordeel dragen dat het bij pleidooi in hoger beroep herhalen van die stelling onverenigbaar is met een goede procesorde. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X gegrond en verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden. Het middel dat is gericht tegen het hofoordeel betreffende de primaire stelling van X over de opbrengstlimiet, faalt (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:58
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 23 november