Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inhoudelijk grieven van de heer X tegen de A1-verklaring van de SVB niet beoordeeld kunnen worden, aangezien de belastingrechter niet bevoegd is om hiervan kennis te nemen.

Belanghebbende, de heer X, heeft de Nederlandse nationaliteit en woont hier. In 2013 werkt X aan boord van diverse binnenvaartschepen, maar hij is in dienst van een bedrijf uit Cyprus. In bezwaar tegen de IB-aanslag over 2013 verzoekt X om vrijstelling van premie volksverzekeringen. Inmiddels heeft de SVB een A1-verklaring afgegeven, waarin staat dat op X in 2013 en 2014 de Nederlandse sociale wetgeving van toepassing is met betrekking tot zijn werkzaamheden voor dat Cypriotische bedrijf. Rechtbank Noord-Nederland (30 maart 2016, nr. 16/71) vernietigt de uitspraak op bezwaar van het SVB en draagt deze op om een nieuw besluit te nemen. De SVB gaat in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Hierop is nog niet beslist.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inhoudelijk grieven van X tegen de A1-verklaring niet beoordeeld kunnen worden, aangezien de belastingrechter niet bevoegd is om hiervan kennis te nemen. Het is bovendien onwenselijk dat twee procedures over in wezen hetzelfde geschil worden gevoerd. Uit de uitspraak van de rechtbank van 30 maart 2016 volgt ook niet dat de A1-verklaring is vernietigd. Het vernietigde besluit betreft namelijk alleen de uitspraak op het bezwaar. Er is dus geen aanleiding om de onderhavige A1-verklaring niet meer bindend te achten. X stelt ten aanzien van de voorheffing vergeefs dat een netto-loon is afgesproken (conform HR 22 juli 1981, nr. 20.680, ECLI:NL:HR:1981:AW9784, BNB 1981/306) en dat de niet afgedragen voorheffing daarom toch verrekenbaar is. X wist namelijk of had redelijkerwijze kunnen weten dat op zijn loon geen Nederlandse loonheffing zou worden ingehouden. Van goede trouw als bedoeld in het arrest is dus geen sprake. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Sociale zekerheid algemeen

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 24 april

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen