In een geschil over de bedrijfswaarde van een drukkerij oordeelt Rechtbank Gelderland dat de gemeente de bedrijfswaarde te hoog heeft vastgesteld.

X is eigenaar van een drukkerij. Aan X is een WOZ-beschikking afgegeven naar waardepeildatum 1 januari 2014 voor € 9.431.000. De waarde is in bezwaar verminderd naar € 8.842.000.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde niet aannemelijk maakt. De waarde moet worden bepaald op de bedrijfswaarde, omdat het gaat om een incourante onroerende zaak die in de commerciële sfeer wordt gebezigd.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde niet aannemelijk maakt. De waarde moet worden bepaald op de bedrijfswaarde, omdat het gaat om een incourante onroerende zaak die in de commerciële sfeer wordt gebezigd. De rechtbank verwerpt de door de gemeente berekende bedrijfswaarde, aan de hand van de contante waarde van de verwachte kasstromen per peildatum. Hierin is geen rekening gehouden met de werktuigen en de roerende inventaris. X staat een bedrijfswaarde voor van € 5.350.871. Dit is de bedrijfswaarde van de gehele onderneming van € 14.081.241, verminderd met 55%, ofwel € 7.744.682, voor inventaris/werktuigen en met € 985.687 kosten koper (7% x 14.081.241) = € 5.350.871. De rechtbank acht dit aannemelijk. Nu X akkoord is met de kosten koper van 6,1%, wordt de waarde vastgesteld op 45% van € 14.081.241 = € 6.336.558, minus de kosten koper, is afgerond € 5.972.000. De rechtbank kent een kostenvergoeding toe van € 10.000, omdat de gemeente onzorgvuldig heeft gehandeld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 2 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen