Belanghebbende, X, is eigenaar van een twee-onder-één-kapwoning met inpandige garage in de gemeente Steenwijkerland. De woning is opgeleverd in 2009 en in datzelfde jaar verder afgebouwd en verbeterd. X bepleit een verlaging van de WOZ-waarde 2010 (waardepeildatum 1 januari 2009) van € 297.000 naar € 282.000. X, zelf makelaar/taxateur, baseert zich op een door hemzelf opgemaakt taxatierapport.

Hof Arnhem oordeelt dat beide partijen tekortschieten in hun bewijslast en stelt de WOZ-waarde van de woning van X in goede justitie vast op € 285.000. Het hof overweegt dat de gemeente bij haar taxatie ook had moeten kijken naar de verkoopcijfers van de buurpanden die qua ligging, bouwjaar, uitstraling en constructie identiek zijn aan de woning van X en die op 23 oktober 2009 respectievelijk 11 december 2009 in de markt zijn verkocht voor € 265.000 respectievelijk € 290.000. Door de waardevaststelling volledig te baseren op de verkoopprijzen van buiten Q gelegen referentiepanden is, volgens het hof, niet steeds op een juiste wijze rekening gehouden met mogelijke verschillen in grondwaarde tussen de percelen van de desbetreffende objecten. Onduidelijk is bovendien hoe de gemeente rekening heeft gehouden met het verschil in ligging tussen deze woningen en de woning van X. Het hof kan zich echter ook niet vinden in de door X bepleite waarde. Hoewel de woning op de toestandsdatum 1 januari 2010 nog niet helemaal was afgewerkt vindt het hof de aftrek van € 15.000 die X heeft toegepast te fors. Het hoger beroep van X is wel gegrond.

[Bron Uitspraak]