Aan X is een aanslag rioolrecht en een WOZ-beschikking opgelegd. In geschil is of de aanslag rioolrecht terecht aan X is opgelegd en of de waarde van de woning te hoog is vastgesteld. Rechtbank Utrecht heeft het beroep ongegrond verklaard.
In hoger beroep oordeelt Hof Arnhem over de aanslag rioolrecht dat op grond van beleid als gebruiker wordt aangemerkt degene die in de GBA is geregistreerd als bewoner van een object, en dat de aanslag wordt opgelegd aan de langst ingeschreven bewoner en, wanneer twee bewoners tegelijkertijd zijn ingeschreven, aan de oudste bewoner. Niet is gebleken dat voornoemd beleid niet als uitgangspunt zou kunnen worden genomen. De aanslag is terecht aan X opgelegd. De stelling van X dat er in het onderhavige kalenderjaar met enige regelmaat een derde bewoner was, kan - gelet op de beleidsuitgangspunten - niet tot een ander oordeel leiden, nu deze bewoner niet eerder dan X op het onderhavige adres woonachtig was. De heffingsambtenaar heeft gewezen op de verkoopprijs van de woning van € 550.000, die in december 2008 is gerealiseerd. De vastgestelde waarde van € 516.000 op 1 januari 2008 is daarom niet te hoog. Het hof volgt dit standpunt. X voert geen feiten of omstandigheden aan op grond waarvan moet worden geconcludeerd dat de voor de woning betaalde prijs niet de waarde in het economische verkeer vertegenwoordigt (vgl. Hoge Raad 29 maart 2000, LJN: AA8610, BB 2001, 58). Het hoger beroep is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem