De inspecteur legt belanghebbende, X, een (tweede) voorlopige aanslag IB/PVV 2010 op waarbij hij een gecombineerde heffingskorting van € 957 handhaaft. Hiertegen maakt X bezwaar. De inspecteur merkt dit als een verzoek om herziening van die voorlopige aanslag aan en wijst het (gedeeltelijk) af. Met name is in geschil of de afwijzing van het verzoek om herziening van de (tweede) voorlopige aanslag met een gedeeltelijke verrekening van de heffingskorting vanwege een lage verschuldigde inkomstenbelasting terecht is. Daarnaast is de vraag of de wettelijke regeling in het geval van X juist is toegepast. Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur terecht het verzoek om herziening van de (tweede) voorlopige aanslag afwijst. De verschuldigde inkomstenbelasting is zodanig laag dat slechts een gedeeltelijke verrekening van de heffingskorting mogelijk is. De verdere bezwaren van X tegen de Wet IB 2001 behoren tot de taak van de wetgever. Het gelijk is aan de inspecteur.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Vragen en antwoorden formulier Opgaaf werkelijk rendement uitgebreid
De Belastingdienst heeft de vraag-en-antwoorddocumenten bij het thema Formulier Opgaaf werkelijk rendement (OWR) uitgebreid. Hier en daar zijn antwoorden uitgebreid en verduidelijkt met een voorbeeld. Ook zijn meer dan 30 nieuwe vragen en antwoorden aan het thema toegevoegd.
Compensatie medewerkers in dienst van sociaal ontwikkelbedrijven; budget per gemeente bekend
Op Prinsjesdag is het amendement Van Kent aangenomen. Daarmee is voor het jaar 2025 € 40 miljoen beschikbaar gekomen om medewerkers van sociaal ontwikkelbedrijven compensatie te bieden voor de nadelige gevolgen van fiscale maatregelen uit het Belastingplan 2025 (een nieuwe belastingmaatregel met betrekking tot de afbouw van de heffingskorting). Gemeenten wordt gevraagd om hun sociaal ontwikkelbedrijf in staat te stellen om deze compensatie dit jaar uit te keren.