Belanghebbende, stichting X, en stichting F zijn tot 22 augustus 2013 voor 1/20e en 19/20e onverdeeld aandeel gerechtigd tot een recht van erfpacht voor onbepaalde tijd op een perceel grond. De bloot eigendom is in handen van universiteit A. F realiseert op dit perceel een pand dat is bestemd voor de (onderwijs)activiteiten van X. Op 22 augustus 2013 komt een fusie tot stand tussen X als verkrijgende stichting en F als verdwijnende stichting. Ter zake van de verkrijging van 19/20
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er wel degelijk zakelijke overwegingen ten grondslag liggen aan de fusie, en dat X dan ook recht heeft op toepassing van de fusievrijstelling. Het hof overweegt daarbij dat tot uitgangspunt moet worden genomen, gezien de taak van X, dat de schaalvoordelen en synergie-effecten moeten worden bezien in de context van de activiteiten van X: een stichting zonder winstoogmerk die hoger onderwijs verzorgt. Volgens het hof moet dan ook worden getoetst of X door de fusie met F voordelen kon behalen, die de vervulling van haar wettelijke taken op het gebied van het hoger onderwijs ten goede zouden komen. Vervolgens stelt het hof vast dat de voordelen die X met de fusie beoogde, moeten worden aangemerkt als hoofdzakelijk zakelijke overwegingen, omdat X meer middelen heeft gekregen om haar wettelijke onderwijstaken te vervullen, zoals meer mogelijkheden om de huisvestingsplannen te realiseren en lagere financieringslasten. Er is sprake van meer dan het enkele verkrijgen van een onroerende zaak. Volgens het hof is het niet van belang dat F geen voordelen heeft genoten: F is door de fusie verdwenen, en kan na de fusie in het geheel geen voordelen genieten. X heeft recht op een teruggaaf van € 705.489 aan overdrachtsbelasting.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 24 juni