Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een appartement met parkeerplaats en berging. Rechtbank Breda verlaagt de WOZ-waarde 2007 van de woning van € 330.000 naar € 300.000. De heffingsambtenaar van de gemeente stelt hoger beroep in waarna X incidenteel appel instelt. Na de zitting meldt X het hof dat de gemeente de waarde per 1 januari 2010 heeft verlaagd naar € 276.000. In reactie hierop vraagt het hof partijen of het wellicht zinvol is het onderzoek te heropenen om te komen tot een compromis. X staat hiervoor open maar de heffingsambtenaar verzoekt het hof om de zaak niet te heropenen.

Hof 's-Hertogenbosch besluit om het onderzoek niet te heropenen omdat de gemeente niets ziet in een compromis over de WOZ-waarde. Vervolgens oordeelt het hof dat de gemeente terecht een waarde van € 330.000 verdedigt. De gemeente heeft een nieuwe matrix opgesteld met een viertal referentieobjecten; het betreft allemaal recent verkochte appartementen die gelegen zijn in hetzelfde gebouw als het appartement van X of in het naastgelegen appartementencomplex. Het hof oordeelt dat de referentieobjecten heel goed als vergelijkingsobjecten kunnen dienen. X heeft geen toestemming gegeven voor inwendige opname van de woning. X maakt niet aannemelijk dat de staat van onderhoud van zijn appartement, voor zover voor eigen rekening komend, slechter is dan de staat van onderhoud van de referentieobjecten. Het hof verklaart het hoger beroep van de gemeente gegrond en stelt de waarde vast op € 330.000.

[Bron Uitspraak]