Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de splitsing van de koopsom kennelijk is overeengekomen met het oog op het fiscale belang van de verkopers die over de meerwaarde van de bedrijfsopstallen moeten afrekenen.
De heer X en mevrouw X-Y exploiteren samen een melkveehouderij. In 2012 verkopen zij de gehele onderneming inclusief 18 hectare eigen cultuurgrond. De kopers willen op de grond pootaardappelen gaan verbouwen. In geschil is de hoogte van de stakingswinst en in het bijzonder of de inspecteur terecht is afgeweken van de koopsomsplitsing in de leveringsakte. Hierin is van de koopsom (€ 1.525.000) € 700.000 aan de grond toegerekend en € 51.800 aan de bedrijfsopstallen. Aangezien X en X-Y inmiddels beiden zijn overleden, zijn hun zoons de belanghebbenden in deze procedure. De zoons stellen dat de splitsing het onderhandelingsresultaat is tussen onafhankelijke partijen met tegengestelde belangen, zodat deze zakelijke splitsing moet worden gevolgd. De kopers wilden vanwege de beoogde aardappelteelt juist meer betalen voor de grond en minder voor de bedrijfsopstallen.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de splitsing kennelijk is overeengekomen met het oog op het fiscale belang van X en X-Y, die over de meerwaarde van de bedrijfsopstallen moeten afrekenen. De inspecteur maakt de door hem voorgestane splitsing van de koopsom - gelet op de subjectieve omstandigheden van kopers en verkopers - echter niet aannemelijk. De deelprijzen worden daarom in goede justitie vastgesteld. Zo wordt € 660.000 aan de grond toegerekend en € 176.800 aan de bedrijfsopstallen. Van de totale correctie wordt de helft (€ 45.900) toegerekend aan X en de andere helft aan X-Y. Het beroep van de zoons is gegrond. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn krijgen de zoons ook een immateriële schadevergoeding van € 2000.
Lees ook het thema Stakingswinst
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 14 februari