Rechtbank Rotterdam overweegt dat belanghebbende geen recht heeft op een dwangsom omdat ervan uit moet worden gegaan dat de ingebrekestelling niet op regelmatige wijze is aangeboden door PostNL.

Belanghebbende komt in bezwaar tegen een WOZ-beschikking. Een uitspraak op bezwaar blijft uit waarna belanghebbende bij brief de heffingsambtenaar in gebreke stelt en uiteindelijk in beroep komt wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar. Ter zitting krijgt belanghebbende alsnog een afschrift van de uitspraak op bezwaar. De heffingsambtenaar stelt de ingebrekestelling niet te hebben ontvangen.

Rechtbank Rotterdam overweegt dat belanghebbende geen recht heeft op een dwangsom omdat ervanuit moet worden gegaan dat de ingebrekestelling niet op regelmatige wijze is aangeboden door PostNL. De heffingsambtenaar maakt niet aannemelijk dat de uitspraak op bezwaar is verzonden, het beroep tegen het niet tijdig beslissen is daarom gegrond. De heffingsambtenaar heeft de door belanghebbende overgelegde ‘Track & Trace code’ van het verzendbewijs van de ingebrekestelling ingevuld op de website van PostNL. Een schermafdruk hiervan wordt overgelegd waaruit blijkt dat de zending is ontvangen door PostNL, maar wordt niet duidelijk dat de brief ook bezorgd is. Van belanghebbende mag verwacht worden dat hij controleert of de brief daadwerkelijk door de ontvanger is ontvangen. Als dat niet het geval is blijkens de website van PostNL is het aan belanghebbende om actie te ondernemen. Dit bijvoorbeeld door contact op te nemen met PostNL.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Algemene wet bestuursrecht 6:12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 22 december

34

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen