In geschil is of X bv terecht deels aansprakelijk is gesteld voor de lb/pvv-naheffingsaanslag die is opgelegd aan het inmiddels failliete uitzendbureau A bv. De schuld is ontstaan in 2002 en 2003. De van A bv ingehuurde werknemers werden door X bv ingezet voor eenvoudige schoonmaak- en opruimwerkzaamheden. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de projectleiders van X bv de ingeleende werknemers instrueerden, begeleidden, opdrachten gaven en toezicht uitoefenden. Er was dus sprake van inlening. X bv hield voorts geen afdoende schaduwloonadministratie bij met betrekking tot de inlening. X bv stelt in hoger beroep dat sprake was van aanneming van werk.
Hof Amsterdam oordeelt dat geen sprake is van aanneming van werk, aangezien prijsafspraken werden gemaakt op basis van de gewerkte uren en dat deze werknemers niet beschikten over eigen materieel en gereedschappen. Het doet er voorts niet toe dat de beschikking aansprakelijkstelling niet de aanslag vermeldt voor de betaling waarvan X bv aansprakelijk is gesteld. Het is voldoende dat in de beschikking het bedrag staat en dat dit in de bijlagen aan de hand van de facturen van A bv wordt gespecificeerd. X bv stelt ook vergeefs dat de bestuurder van A bv over voor verhaal vatbaar vermogen beschikte en dat de ontvanger geen serieuze poging heeft ondernomen om zich op hem te verhalen. X bv onderbouwt deze stellingen namelijk niet. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond.