Belanghebbende, X bv, heeft een warmtekrachtkoppeling (WKK) geplaatst. In het kader van een sale en lease back transactie wordt de WKK in 2000 verkocht aan I bv. Op 5 januari 2009 komen X bv en I bv overeen om de leaseovereenkomst te beëindigen. Op die datum levert X bv de WKK aan Y bv. In geschil is of de WKK een onroerende zaak is. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de WKK onroerend is. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de WKK naar aard en inrichting is bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven en dat die bestemming naar buiten kenbaar is. Hieraan doet volgens het hof niet af dat de WKK naar een andere locatie kan worden verplaatst noch dat de WKK kan worden (door)verkocht. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De Hoge Raad oordeelt dat de vaststelling van het hof dat de WKK naar aard en inrichting is bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven, en dat die bestemming naar buiten kenbaar is, niet onbegrijpelijk is. De Hoge Raad overweegt hierbij dat het hof tot deze conclusie is gekomen aan de hand van de vaststaande feiten en de in geding gebrachte foto's, tekeningen en omschrijvingen daarvan. Volgens het hof bleek hier namelijk uit dat de WKK zowel visueel als functioneel een geheel vormt met de overige onderdelen van het complex waarvan zij deel uitmaakt en waarin X haar onderneming exploiteert. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Hoge Raad
Editie: 27 september