X heeft een fietsenzaak in een pand in de gemeente Eindhoven. In geschil is of de gemeente X terecht twee aanslagen precariobelasting heeft opgelegd voor een voorwerp van ongeveer 60 cm breed en 15 cm hoog dat zich bevindt aan het pand van X boven gemeentegrond. Het voorwerp wordt door de gemeente aangeduid als luifel en door X als goot. Over het jaar 2006 heeft de gemeente een vergelijkbare aanslag precariobelasting opgelegd die zij na beroep van X heeft ingetrokken. X voert aan dat er zich in de omgeving honderden panden zijn die niet worden aangeslagen. De gemeente geeft aan dat het geld en de middelen ontbreken om naast ondernemers ook particulieren te kunnen aanslaan.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X aan de vernietiging van de aanslag precariobelasting 2006 het vertrouwen mocht ontlenen dat nadien geen precariobelasting meer zou worden opgelegd. Het hof overweegt dat X in de procedure 2006 uitdrukkelijk aan de orde heeft gesteld of voor het voorwerp wel precariobelasting verschuldigd was. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt. De vraag of de schending van het gelijkheidsbeginsel door de gemeente is te rechtvaardigen met de stelling dat er een tekort is aan mensen en middelen, kan in het midden blijven.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 27 september