X woont sinds 2013 tijdelijk op Sint Maarten vanwege uitzending door haar werkgever, en werkt daar tot eind 2014. In 2018 dient zij aangiften inkomstenbelasting in voor 2013 en 2014, waarin zij vraagt om voorkoming van dubbele belasting. De Belastingdienst besluit geen aanslagen IB en AOV op te leggen voor 2013 en 2014. X is het hier niet mee eens. Het Gerecht van Sint-Maarten stelt de Belastingdienst in het gelijk.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie bevestigt de beslissing van het Gerecht van Sint-Maarten dat de inspecteur terecht geen aanslag premieheffing AOV 2013 aan X heeft opgelegd. Om tot belastingheffing of teruggaaf over te gaan moet tijdig aangifte worden gedaan (art. 41B LIB). X heeft haar aangifte IB 2013 te laat ingediend en die overschrijding is niet verschoonbaar. Het ontbreken van een CRIB-nummer kan X niet baten, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat dit aan de Belastingdienst te wijten is. Het Gemeenschappelijk Hof bevestigt ook de uitspraak van het Gerecht van Sint-Maarten over de ontvankelijkheid van het beroep tegen de aanslag IB 2014. De aanvulling op het pro-forma beroepschrift, waarin de IB 2014 werd genoemd, is pas na de wettelijke termijn van twee maanden ingediend. Er zijn geen bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken.
Instantie: Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van
Rubriek: Belastingen overzeese Rijksdelen
Editie: 16 juni
Informatiesoort: VN Vandaag