Vanaf 2025 kwalificeren alle personenvennootschappen, ongeacht de eventuele rechtspersoonlijkheid, in beginsel als fiscaal transparant. Als echter voldaan wordt aan de definitie van een fonds voor gemene rekening, zoals die luidt met ingang van 2025, kan een personenvennootschap herkwalificeren als FGR. Dit geldt ook voor bepaalde buitenlandse beleggingsinstellingen.

Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen.

De definitie van een FGR, zoals die luidt vanaf 2025, heeft een aantal wettelijke criteria. Eén daarvan is dat het fonds moet worden aangemerkt als een beleggingsfonds of fonds voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 1:1 Wet financieel toezicht (Wft).

Een beleggingsinstelling in de rechtsvorm van een personenvennootschap, ook al bezit deze rechtspersoonlijkheid, die tot 1 januari 2025 zelfstandig belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting, omdat deze tot 2024 kwalificeert als open cv-achtige of als andere vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal, kan worden aangemerkt als een beleggingsfonds als bedoeld in artikel 1:1 Wft, als de beleggingsinstelling in het land van herkomst niet is aangemerkt als beleggingsmaatschappij en qua rechtsvorm niet vergelijkbaar is met een NV of BV.

Indien ook voldaan wordt aan de overige wettelijke FGR-criteria van art. 2 lid 4 Wet VPB 1969 (tekst 2025), dan is het beleggingsfonds een FGR en als zodanig zelfstandig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.

Lees ook het thema Beleggingsinstellingen.

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 2

[Nieuwsbron]

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 2 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

435

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen