Belanghebbende (X) pacht sinds 1969 een perceel grond van de Staat. Het perceel is bestemd voor de bomenteelt. Belanghebbende verpacht het perceel aan haar bv (A bv). In de periode 2001-2008 voert belanghebbende diverse procedures tegen de Staat in verband met de exploitatie van het perceel. Bij haar IB-aangifte 2007 brengt belanghebbende ruim € 58.000 in aftrek op haar resultaat uit terbeschikkingstelling, onder andere in verband met de gemaakte procedurekosten. De inspecteur staat uiteindelijk een aftrek van ruim € 16.000 toe.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat de kosten in verband met de vordering voor inkomensschade aftrekbaar zijn. Hieraan doet volgens de rechtbank niet af dat deze vordering niet is toegewezen. De rechtbank overweegt hierbij dat niet gebleken is dat belanghebbende in die procedure een niet verdedigbaar standpunt heeft ingenomen. Verder geeft de rechtbank onder andere nog aan dat een bedrag van € 10.000 dat door een advocaat als onderhanden werk is genoemd, niet in aftrek kan worden gebracht, omdat voor dit bedrag nimmer een factuur is aangekondigd of verstuurd. Volgens de rechtbank is in 2007 in totaal een bedrag van ruim € 10.000 aan gemaakte kosten aftrekbaar. Nu de inspecteur reeds een bedrag van ruim € 16.000 in aftrek heeft toegelaten, is belanghebbendes beroep ongegrond.